Perspectieven voor het Markiezaatsmeer en de Binnenschelde
Het Markiezaatsmeer en de Binnenschelde waren tot circa 1987 onderdeel van de Oosterschelde en waren toen dus zout. Na de afsluiting van de meren is het water zwak brak (bijna zoet) geworden en is de waterkwaliteit achteruit gegaan. In het Markiezaatsmeer zien we troebel en algenrijk water. Dit is een belemmering voor het halen van Kaderrichtlijn Water (KRW) en Natura 2000-doelen. In de Binnenschelde komen regelmatig hoge concentraties blauwalgen voor. Ook komen hier soms hoge gehalten darmbacteriën voor. Hierdoor is de waterkwaliteit niet altijd voldoende voor de zwemwaterfunctie, voor andere vormen van recreatief gebruik en voor de KRW. Dit belemmert ontwikkelplannen van de gemeente Bergen op Zoom en ondernemers voor wonen, werken en recreëren op en langs de Binnenschelde.
Verbetering waterkwaliteit
Voor het Markiezaatsmeer is het onder de huidige (zoete) omstandigheden niet goed mogelijk om het meer langdurig helder te maken door het nemen van maatregelen. Wel kunnen er habitatverbeterende maatregelen genomen worden voor een toename van diverse vogelsoorten. Ook is de aanleg van eilanden in het Markiezaatsmeer in voorbereiding. Voor de Binnenschelde kan in de huidige zwak brakke situatie een geleidelijke omvorming van troebel naar helder plantenrijk water worden gestimuleerd. Dit kan met een samenhangend maatregelenpakket zoals het beperken van de aanvoer van voedingsstoffen met inlaatwater uit het Volkerak-Zoommeer en het beheren van de visstand en waterplanten.