De keerzijde van waterstaatkundige ingrepen
In de vorige eeuw maakten grote waterstaatkundige ingrepen Nederland veilig en welvarend. Maar deze ingrepen hebben ook een keerzijde. Kenmerkend leefgebied zoals intergetijdengebieden, moeras en de afwisseling van zandplaten en geulen gingen daardoor verloren. Net als de overgangen van land naar water en van zoetwater naar zoutwater. Door de veranderingen missen veel planten en dieren geschikt leefgebied en is de biodiversiteit beperkt. Een impuls voor natuur en ecologie in de grote wateren is nodig.
Veerkrachtige ecologie en robuuste natuur
Via een programmatische aanpak treft de PAGW maatregelen die nodig zijn voor het realiseren van een veerkrachtige ecologie en robuuste natuur in de grote wateren. Het totale maatregelenpakket voor de grote wateren bestaat uit ruim 30 mogelijke projecten die verspreid liggen over vier gebieden: de Zuidwestelijke Delta, het IJsselmeergebied, de Waddenzee en Eems-Dollard en de Grote Rivieren. Een belangrijk onderdeel van de programmatische aanpak is het raadplegen van en samenwerken met maatschappelijke organisaties en bestuurlijke partners in de verschillende regio’s.
Streefbeeld 2050
De PAGW is een ambitieus programma. Maar wat betekenen deze ambities nu voor 2050: hoe zien de grote wateren er dan uit? In 2021 is er gestart met het opstellen van zogenaamde ‘streefbeelden’ voor de PAGW. Doel is om per groot water een concretere uitwerking geven van hoe de ambitie van de PAGW voor 2050 bereikt kan worden. Zodat meetbaar wordt wat het doel is van de voorgenomen maatregelen. Het streefbeeld is daarbij geen eindpunt, maar geeft richting. Als eerste stap zijn er op basis van bestaande rapporten eerste versies van de streefbeelden gemaakt. Eind 2024 moet de eerste complete versie van de streefbeelden gereed zijn.
Getijdennatuur terug in de Zuidwestelijke Delta
De Zuidwestelijke Delta is het overgangsgebied waar de grootste rivieren van Nederland en België uitmonden in de Noordzee. Dit gebied is een veranderlijk stelsel van geulen, zandplaten, slikken en schorren. Dit stelsel is in de loop van eeuwen ontstaan door eb en vloed. Afwisselend staat het gebied onder water en valt het droog. Dit maakt de Zuidwestelijke Delta een belangrijk leefgebied voor zeedieren en vogels. In een deel van de bekkens is het oorspronkelijke getijdenkarakter verdwenen. Bijvoorbeeld in de Grevelingen, het Volkerak-Zoommeer en het Veerse Meer. Het herstel van de unieke karakteristieken van de deltanatuur vraagt dan ook om een doordachte aanpak op systeemniveau zoals opgenomen in de PAGW-maatregelen.
Meer informatie