Rijkswaterstaat brengt 1,3 miljoen m3 zand terug in 7 deelsegmenten, waarvan 1 deelsegment wordt opgespoten in het kader van de natuurcompensatie voor de vooroeververdediging Oosterschelde en Westerschelde. De werkzaamheden zijn naar verwachting eind december 2019 afgerond.
Ophoging Roggenplaat
De voedselrijke zandplaat in de Oosterschelde is belangrijk voor trekvogels en rustende zeehonden. Door de komst van de Oosterscheldekering is de stroming minder sterk. Hierdoor is er geen natuurlijke opbouw meer van zandplaten. Dit noemen we ook wel zandhonger. Met name tijdens stormen verdwijnt er zand in de naastgelegen geulen. Daardoor wordt de voor natuur zo belangrijke Roggenplaat steeds lager en kleiner. Door de ophoging blijft de Roggenplaat ook de komende 25 jaar in stand en kunnen trekvogels er voedsel vinden en zeehonden er rusten.
Zorgvuldige uitvoering staat voorop
Rijkswaterstaat en Natuurmonumenten zetten zich al langere tijd in voor de suppletie van de zandplaten, die cruciaal zijn voor de natuur. Maar ook vanwege de waterveiligheid: de dijken aan de zuidkant van Schouwen krijgen, na de ophoging, te maken met verminderde golfaanval. Naast natuur en veiligheid spelen ook andere belangen rond de Roggenplaat, zoals mosselkweek. Zorgvuldig omgaan met de omgeving was daarom een belangrijk aandachtspunt in de aanbesteding van de suppletie.