Na het positieve besluit over de Grevelingen begin dit jaar heeft Provincie Noord-Brabant het initiatief genomen om zich samen met de provincies Zeeland en Zuid-Holland en de andere betrokken regiopartners hard te maken voor een besluit over het Volkerak-Zoommeer eind 2018. De partners deden dit op basis van de gezamenlijke aanpak van de waterkwaliteit van de Grevelingen en het Volkerak-Zoommeer zoals die is beschreven in de ontwerp-Rijksstructuurvisie.
Programmatische Aanpak Ecologie Grote Wateren
De minister geeft aan dat zij en minister Carola Schouten van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit tot en met 2031 budget hebben gereserveerd voor de Programmatische Aanpak Ecologie Grote Wateren. Het Rijk geeft hierin prioriteit aan projecten die voorkomen dat de waterkwaliteit en natuurwaarden achteruitgaan, mede in het licht van de wettelijke verplichtingen voor de Kaderrichtlijn Water en Natura2000. De minister ziet vanuit dit uitgangspunt onvoldoende argumentatie om het Volkerak-Zoommeer prioriteit te geven. Wel geeft zij aan dat als in de komende jaren besloten wordt budget te reserveren voor de Programmatische Aanpak Ecologie Grote Wateren in de periode na 2032, weer gekeken kan worden naar de programmering van de opgave voor het Volkerak-Zoommeer.
Ontwikkelperspectief past in streefbeeld Volkerak-Zoommeer
Cora van Nieuwenhuizen benadrukt dat voor het Rijk het gekozen ontwikkelperspectief in de ontwerp Rijksstructuurvisie Grevelingen Volkerak-Zoommeer nog steeds overeind staat: ‘Het streefbeeld voor de Zuidwestelijke Delta gaat uit van herstel van het evenwicht tussen veiligheid, economie en ecologie. Dit herstel bestaat uit het verminderen van barrières tussen wateren, het beperkt terugbrengen van getij en het herstellen van zoet-zout overgangen. Dit draagt bij aan de natuurwaarden, waterkwaliteit en de economie. Het ontwikkelperspectief van een zout Volkerak-Zoommeer past in dit streefbeeld.’
Zet in op zoetwatermaatregelen
De minister roept de regio op in te zetten op de voor een zout Volkerak-Zoommeer benodigde alternatieve zoetwatermaatregelen: ‘De extreme droogte van de afgelopen zomer toont aan dat investeren in zoet water belangrijk is. De alternatieve zoetwatermaatregelen die nodig zijn voor een zout Volkerak-Zoommeer zijn ook bij een zoet meer zeker zinvolle investeringen, omdat ze zorgen voor een betrouwbaardere aanlevering van zoet water vanuit het oosten, met een betere Ieveringszekerheid voor de Iandbouw. Dit in de wetenschap dat het ontwikkelperspectief van een zout Volkerak-Zoommeer niet ter discussie staat.’ De regio heeft vanaf maart dit jaar ook gewerkt aan een alternatief pakket aan zoetwatermaatregelen dat losstaat van besluitvorming over het Volkerak-Zoommeer. Deze maatregelen zijn inmiddels zo ver uitgewerkt dat ze tussen 2019 en 2021 uitgevoerd kunnen gaan worden. In overleg met het Rijk wordt bepaald welke bijdrage uit het Deltafonds hiervoor beschikbaar komt.
Regio focust op zoetwatermaatregelen en herstel waterkwaliteit
Gedeputeerde van Provincie Noord-Brabant Johan van den Hout: ‘We betreuren het dat de minister geen besluit tot verzilting van het Volkerak-Zoommeer neemt, maar een groot aantal zoetwatermaatregelen in West-Brabant moet hoe dan ook doorgaan. Daar trekken Gedeputeerde Staten ook geld voor uit.’ Ben de Reu, voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta en gedeputeerde van Provincie Zeeland: ’Grote projecten waarbij veel verschillende belanghebbenden zijn betrokken en die veel geld kosten, zoals het verzilten van het Volkerak-Zoommeer, vergen een lange adem. Ik vind het belangrijk om te blijven focussen op waar we het met z’n allen voor doen: herstel van de waterkwaliteit.’ Gedeputeerde Rik Janssen van Zuid-Holland vindt het goed dat het ontwikkelingsperspectief voor het Volkerak-Zoommeer niet ter discussie wordt gesteld. ‘Omdat er nog geen duidelijkheid is over het al dan niet verzilten van het Volkerak-Zoommeer, is het des te belangrijker dat er nu ingezet wordt op een robuuste zoetwatervoorziening rond het meer, die no-regret is en zowel bij een zoet als zout Volkerak-Zoommeer een functie kan vervullen voor de economie van het gebied.’