De zandsuppletie in de Oosterschelde omvat de Galgeplaat en de omgeving. In dit artikel spreken we over zandsuppletie Galgeplaat, hier valt ook de omgeving onder.
De suppletie van de Galgeplaat is opgenomen in de tweede tranche van de Programmatische Aanpak Grote Wateren (PAGW). De opdrachtgevers voor de zandsuppletie zijn het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat (IenW) en het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De samenwerkingspartners zijn Provincie Zeeland en Natuurmonumenten. Op 8 december 2022 is de Samenwerkingsovereenkomst voor de planuitwerkingsfase zandsuppletie Galgeplaat door de partijen getekend. De uitvoering van het project gebeurt door Rijkswaterstaat, Rijksdienst voor Ondernemend Nederland, provincie Zeeland en Natuurmonumenten.
Door de aanleg van de Oosterscheldekering zijn de getijdenstromen door het zeegat van de Oosterschelde afgenomen en treedt er zandhonger op.
Zandhonger en zeespiegelstijging
De Galgeplaat ligt in de Oosterschelde, een Natura 2000-gebied waar het behoud van natuurwaarden voorop staat. ‘De Galgeplaat en de omliggende gebieden, waaronder ook de Slikken van de Dortsman, zijn belangrijke foerageergebieden voor vogels en rustgebieden voor zeehonden,’ vertelt Cor. ‘Door de aanleg van de Oosterscheldekering zijn de getijdenstromen door het zeegat van de Oosterschelde afgenomen en treedt er zandhonger op. Dit betekent dat de zandhuishouding in de Oosterschelde uit balans is, omdat er onvoldoende sedimentaanvoer is vanuit de Noordzee naar de platen. Dit betekent dat er niet genoeg energie is om zand uit de geulen op de platen te brengen en zo op hoogte te houden. De meest zichtbare verandering is het verdwijnen van de droogvallende platen. Daarnaast speelt zeespiegelstijging een belangrijke rol. De platen komen niet alleen door zandhonger lager te liggen, maar verdwijnen ook langzaam onder water door het stijgen van de zeespiegel. Daardoor worden de voor vogels en zeehonden zo belangrijke Galgeplaat en andere intergetijdengebieden in de Oosterschelde steeds lager en kleiner. Hiernaast ontstaan er door harde wind zwaardere golfaanvallen op de omliggende dijken, omdat deze niet gedempt worden door de platen.
Planuitwerkingsfase
‘Sinds april 2022 ben ik programmamanager Galgeplaat,’ vertelt Cor. ‘In juni zijn we met de planuitwerkingsfase gestart. Deze loopt tot 2024. In deze fase voeren we onderzoek uit op de Galgeplaat en in de omgeving. Zo wordt het bodemleven en de sterkte en stabiliteit van de plaat onderzocht, en ook input voor de uitwerking van het ontwerp van de suppletie. Ook maken we plannen voor een kennisagenda en de lessons learned van eerder uitgevoerd suppleties in de Oosterschelde, en onderzoeken we verschillende suppletie ontwerpen. Daarnaast worden ook de gebruikers en belanghebbenden betrokken. Belangrijk hierbij is de dialoog met de visserijsector over hun mosselpercelen rond de Galgeplaat. De percelen mogen niet beïnvloed worden door de zandsuppletie. Een ander belangrijk aandachtspunt is dat het ontwerp vergunbaar en financieel haalbaar is.’ De verwachting is dat de zandsuppletie gaat plaatsvinden in de periode 2026-2027.
Toekomstbestendige grote wateren
Cor: ‘De suppletie van de Galgeplaat is onderdeel van de PAGW. Dit betekent ook dat we kennis delen met elkaar. Zodat nieuwe projecten elkaar effectiever en efficiënter kunnen versterken. De PAGW ziet er op toe dat de verschillende projecten op dezelfde manier aangepakt worden. Hierbij volgen we de Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en Transport (MIRT)-aanpak. Rollen, taken, evaluaties en monitoring worden op dezelfde manier afgewogen. Daarnaast delen we ook kennis met elkaar tijdens periodieke PAGW-overleggen. Bijvoorbeeld over het functioneren van het ecosysteem en de effecten van klimaatverandering op de natuur.
Onderzoek naar innovatieve oplossingen is ook onderdeel van de planuitwerkingsfase. We nemen hiernaast de lessons learned van andere grootschalige suppletieprogramma’s mee bij de suppletie van de Galgeplaat.
Kennis, ervaring en innovatie
‘Met het oog op klimaatverandering is het belangrijk om te onderzoeken hoe klimaatbestendig dit soort grote projecten zijn,’ vervolgt Cor. ‘Bijvoorbeeld: we proberen vogels te behouden, maar wat als schelpenbanken door hittestress uitsterven? Dan is er ook geen voedsel voor vogels. Daarom is onderzoek naar innovatieve oplossingen ook onderdeel van de planuitwerkingsfase. We nemen hiernaast de lessons learned van andere grootschalige suppletieprogramma’s mee bij de suppletie van de Galgeplaat. Bijvoorbeeld de pilot zandsuppletie Galgeplaat, de suppletie van de Roggenplaat, Zandmotor Ameland en Ter Heijde en de sedimentpilot in de Westerschelde. Verder zijn Deltares en Wageningen University & Research nauw betrokken bij de planuitwerkingsfase. Beide kennisinstituten hebben ervaring met de eerdere programma’s. Hierdoor integreren we telkens weer de nieuwste kennis in onze programma’s.’
Realisatiefase en monitoring
Na de planuitwerkingsfase volgt de realisatiefase van 2024 tot 2027. Cor: ‘Eerst doorlopen we een vergunningsprocedure. En voeren we een zogenaamde T0-monitoring uit, een beschrijving van de situatie van vóór de aanleg. Daarna volgt de daadwerkelijke uitvoering op de plaat. De monitoring start in 2026 en loopt door tot 2036. We voeren dan reguliere monitoring uit om te zien welk effect de suppletie heeft op de omliggende mosselpercelen.’
De PAGW is een investeringsprogramma van de ministeries van IenW en LNV. Met de PAGW werkt de overheid aan toekomstbestendige grote wateren waar klimaatbestendige en robuuste natuur goed samengaat met een krachtige economie. De PAGW heeft als doel de waterkwaliteit te verbeteren en de natuur te versterken in de Nederlandse grote wateren. De PAGW is gestart in 2018 en loopt door tot 2050, in verschillende tranches.