Grevelingen
Arno Nolte (Deltares) presenteerde de laatste stand van zaken van het onderzoek naar slib-en zuurstofhuishouding. Leidt het introduceren van getij tot meer zuurstofloosheid en troebelheid van het systeem? Conclusies van het onderzoek zijn dat het water niet langdurig troebel wordt en dat een beperkte getijslag effectief blijft voor het oplossen van het zuurstofprobleem nabij en in de bodem. Er vindt nog nader onderzoek plaats naar de samenstelling van het slib uit de Voordelta, om de zuurstofvraag daarvan beter te begrijpen.
Jochem Hop (ATKB) onderzocht de visstand. Hij trof in totaal 25 vissoorten aan, vooral veel kleine vis. In de waterkolom zit vooral haring, sprot en, in mindere mate, koornaarvis. Tegen de bodem zit veel brakwatergrondel, dikkopje en zwarte grondel. De in- en uitstroom van vis uit Noordzee is bepalend voor de visstand in de Grevelingen. Juist die in- en uittrek van vis is een maat voor de vitaliteit van het ecosysteem.
Karin Didderen (Bureau Waardenburg) presenteerde het onderzoek naar de Beggiatoa matten bij de Flakkeese Spuisluis. Beggiatoa is een kleurloze zwavelbacterie die leeft van zwavelhoudend bodemmateriaal en zuurstof en floreert daarom onder zuurstofarme condities. In 2017 bleek 47% met bacteriematten bedekt te zijn. Omdat de bedekking jaarlijks wisselt, is het lastig om een conclusie te trekken. De aanwezigheid van bacteriematten bevestigt zuurstofarme omstandigheden, maar er lijken meer factoren van invloed te zijn.
Jeroen Wijsman (Wageningen Marine Research) onderzocht met zogenaamde mosselmandjes welk effect de openstelling van de Flakkeese Spuisluis begin 2017 op de waterkwaliteit van het oostelijk deel van de Grevelingen heeft en de mogelijkheden voor schelpdierkweek. Het resultaat: na de opening van de spuisluis is er minder stratificatie en zuurstofloosheid in het oostelijk deel en groeien de mosselen in 2017 beter dan in 2016.
Tom Ysebaert (Wageningen Marine Research) presenteerde de uitkomsten van de mogelijkheden voor optimalisatie van het invoeren van een beperkte getijslag in de Grevelingen. Het onderzoek laat zien hoe de ecotopen op grens van land en water verschuiven, nieuwe natuurwaarden zich ontwikkelen en waar bestaande natuurwaarden inboeten. Tom deed een aantal aanbevelingen om kansen te benutten om het verminderen van natuurwaarden tegen te gaan bij verschillende scenario’s van gedempt getij. Alle scenario’s blijken gunstig voor de waterkwaliteit: er ontstaat intergetijdengebied langs de oevers, maar terrestrische habitattypen worden kleiner. De bevindingen zijn voorlopig. Eind juli worden de definitieve resultaten gepubliceerd.
Volkerak-Zoommeer
Marc Weeber (Deltares) deelde de resultaten van een data-analyse gericht op blauwalgen en de invloed van de Quaggamosselen. Statistisch gezien is er geen trend in de ontwikkeling van de blauwalg te zien. Het aantal Quaggamosselen neemt toe, maar de jaarlijkse variatie is groot. Marc gaf aan dat er meer metingen (in tijd en ruimte) nodig zijn om een goed beeld te krijgen van de blauwalgenproblematiek.
Tineke Troost (Deltares) bevestigde dit. Zij presenteerde het onderzoek naar modellering van de waterkwaliteit. Over het algemeen komen de modelresultaten goed overeen met de metingen. De invloed van de Quaggamosselen door filtratie is groot en heeft een bijdrage geleverd aan de helderheid. Er is nooit een tekort aan nutriënten in het watersysteem, door nalevering uit de bodem en aanvoer vanuit Brabant.
Met een 3D hydrodynamisch model onderzocht Deltares welke zout-zoet gradiënten je kan creëren bij een zout Volkerak-Zoommeer die waardevol zijn voor de ecologie van het meer. Een volledige zoet-zout gradiënt in het meer zelf zal niet kunnen ontstaan. Daarvoor is de zoetwateraanvoer via het Hollands Diep te beperkt. Wel kunnen kleinschaliger zoet-zout gradiënten ontstaan in de monding van de Brabantse rivieren. Een onderzochte variant met een extra doorlaat in de Oesterdam en daarmee veel lagere afvoer van zout water naar de Westerschelde leverde positieve aspecten op. Dit maakt een heroverweging van het voorkeursalternatief ecologisch gezien interessant.
Sarah Smith (WMR) onderzocht wat de berekeningen van Deltares betekenen voor de ecologische kwaliteit. Er zal in het meer zelf een systeem ontstaan dat typerend is voor een brak-zout gradiënt, met sterk wisselende omstandigheden. Mariene soorten doen hun intrede en visetende vogels nemen toe. Nader onderzoek is gewenst, ook in de mondingsgebieden van de Brabantse rivieren naar het zoutgehalte, en naar nutriënten, waterdynamiek en sediment. Ook vismigratie is een nader te onderzoeken aspect, zeker in samenhang met de andere deltawateren. De aanwezige terreinbeheerders riepen op om de te verwachten kwaliteit goed af te wegen tegen de huidige grote biodiversiteit van het zoete Volkerak-Zoommeer.
Plenair
De kennisdag sloot af met een plenair gedeelte. Bernadette Botman presenteerde daarin de eerste fase van een studie naar natuurlijk kapitaal van Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. De systemen leveren belangrijke diensten voor menselijke gebruik, diensten die in een traditionele MKBA niet altijd goed meegenomen worden. In vervolgonderzoek volgt nog nadere kwantificering.
Nadine Smits boog zich voor haar afstudeerstage van de opleiding Deltamanagement aan de Hogeschool Zeeland over de vraag hoe een kenniscommunity rond de Grevelingen het beste georganiseerd kan worden. Ze geeft een aantal concrete adviezen, die Rijkswaterstaat meteen gaat opvolgen. De belangrijkste is om een eerste stap te zetten waarbij taken en verantwoordelijkheden nog “simpel” zijn. Zet van daaruit vervolgstappen op basis van vertrouwen en een heldere doelen.
Paul Paulus van Rijkswaterstaat Zee en Delta schetste het proces van de MIRT-procedure voor Getij op de Grevelingen en lichtte de systeemrapportage toe die voor de Grevelingen gemaakt gaat worden. Niels Aten vertelde dat provincie Noord-Brabant zich hard maakt samen met de provincies Zeeland en Zuid-Holland en de andere regionale partijen om ook voor de Volkerak-Zoommeer duidelijkheid te krijgen. Tot slot kwam het project LIFE-IP Deltanatuur, pilot Grevelingen aan de orde. Meer hierover leest u in de visie van de natuurpartijen op natuur in de planvorming van de Grevelingen.