Jan Bonjer is dijkgraaf van waterschap Hollandse Delta en lid van de bestuurlijke gebiedsoverleggen van de Deltaprogramma’s Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke Delta. Daarnaast is hij publicist en spreker. Op de bijeenkomst in september in het Dordrechts Museum hield Jan Bonjer een presentatie met de titel “In de voetsporen van Willem van Brederode”.
Een gezamenlijk gebiedsoverleg, Jan Bonjer vindt het niet meer dan logisch. ‘Beide regio’s zijn onderdeel van een systeem dat enerzijds afhankelijk is van de landelijke Deltabeslissing Rijn-Maasdelta, en anderzijds van wat er in de bovenstroomse landen gebeurt. Dus dat vereist een wijde blik, over de gebieds- en bestuursgrenzen heen.’
Gemixte bestuurlijke samenstelling
Die benodigde wijde blik moet gaan over de inhoud, maar ook over houding en gedrag. Jan: ‘Het vereist dat we elkaars belangen echt begrijpen. En een besef dat we een brede verantwoordelijkheid dragen.’ Dat bewustzijn groeit, zo viel Jan op in de bijeenkomst. ‘De verantwoordelijke bestuurders grepen de bijeenkomst aan om hun kennis en inzicht te verdiepen en met elkaar te sparren.’ Een diverse bestuurlijke samenstelling draagt daar volgens hem aan bij. ‘Als je nieuwe accenten en perspectieven hoort van andere gezichten, verrijkt dat je blik.’
Jan Bonjer somt de drie belangrijkste gezamenlijke issues op van Rijnmond-Drechtsteden en Zuidwestelijke Delta. Allereerst de landelijke waterverdeling van zoetwater bij lage afvoeren van de grote rivieren. Daarnaast de beslissing of de delta open, afsluitbaar of gesloten blijft. En tot slot het waterbergend vermogen van de Zuidwestelijke Delta. Jan: ‘Daarbij is het van belang om de samenhang scherp in het vizier te houden en aanpassingen te vinden die én de waterveiligheid én de zoetwaterbeschikbaarheid ten goede komen.’
Willem van Brederode als inspiratiebron
Met het oog op deze gezamenlijke kwesties moeten de deltaprogramma’s ‘onontkoombare keuzes’ worden gemaakt, aldus Jan Bonjer. Beslissingen die om moed en goede timing vragen. Jan noemt het sleutelmomenten. ‘En daarvoor heb je sleutelfiguren nodig die aanvoelen wanneer het moment is aangebroken om de keuze te maken. Willem van Brederode was zo’n sleutelfiguur in de dertiende eeuw. Een bestuurder die in de gaten had dat het toenmalig waterbeheer opnieuw moest worden uitgevonden. Iemand die bereid was om over zijn eigen belangen heen te denken.’
Laat bestuurders zoals Willem van Brederode onze inspiratiebron zijn, luidt de oproep van Jan Bonjer. ‘Besluiten nemen is niet makkelijk, we doen de herijking van de regionale Voorkeursstrategieën en de landelijke Deltabeslissingen in een onzekere tijd. Maar we kunnen energie en moed putten uit de geschiedenis van ons waterbeheer. We nemen al heel lang besluiten volgens het zeer gebalanceerde samenspel tussen lokale betrokkenheid en landelijke regie. Dat moeten we vasthouden. En we hebben een prachtig instituut daarvoor: het Deltaprogramma dat de inhoudelijke verbindingen legt en de deltacommissaris die langs al die bestuurslagen loopt.’
Zoek de coalition of the willing op.
Voorbij de vrijblijvendheid
Minstens zo belangrijk is de deltacommunity. Bonjer: ‘Of je nu wethouder, burgemeester, dijkgraaf of gedeputeerde bent: zoek de coalition of the willing op, door de bestuurslagen heen. ‘En ga daarbij voorbij de vrijblijvendheid. Want dit is geen dossier voor tussen de soep en aardappelen, het waterdossier is er elke dag. We hebben gecommitteerde bestuurders nodig die heel dicht bij elkaar staan, en niet alleen op de formele momenten. De deltacommunity bestaat niet alleen tijdens bijeenkomsten, de deltacommunity is er elke dag.’
Gezocht: bestuurders die de lange termijn durven en kunnen vertalen naar concrete acties voor nu.
Pieter Jacobs en Alien Kok over de oogst en het vervolg van het gezamenlijke gebiedsoverleg
Pieter Jacobs is programmamanager van het Deltaprogramma Rijnmond-Drechtsteden. Alien Kok is coördinator Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050.
Wat heeft jullie verrast tijdens het gezamenlijke gebiedsoverleg?
Pieter: ‘Dat veel deelnemers op dezelfde manier naar de maakbaarheid van het systeem kijken. Dus dat we tegen grenzen aanlopen en dat dat complexe en grote beslissingen vereist. Hoe groter de impact van een beslissing is op een ander gebied, hoe groter de noodzaak om samen te werken. Die afhankelijkheid en samenhang worden steeds breder gevoeld.’
Alien: ‘Ik was wel verrast door de stevige statements, bijvoorbeeld over het onderwerp Nature Based Solutions. Als je met dat soort natuurlijke oplossingen, of andere wateroplossingen, iets wil doen voor de toekomst, dan moet je daar nú mee beginnen. Die boodschap werd krachtig ingebracht en vond ook weerklank.’
Wat zijn de belangrijkste opbrengsten van het overleg?
Pieter: ‘Bestuurders hebben afgesproken dat ze verder gaan praten over drie onderwerpen: zoetwater, Nature Based Solutions en Ruimte voor de Rivier 2.0 (voorheen Integraal Riviermanagement). En we weten elkaar nu te vinden. “Make friends before you need them” vind ik in deze context wel een toepasselijke uitspraak.’
Alien: ‘Voor de herijking van de Deltabeslissing Rijn-Maasdelta bijvoorbeeld is het heel belangrijk dat de besturen aan één tafel komen. Die lijntjes zijn nu gelegd. En door in de eigen bestuurlijke overleggen ook het gezamenlijk belang in te brengen, kan een stevig bestuurlijk bouwwerk ontstaan.’
Hoe nu verder?
Pieter: ‘Zoetwater is het eerste thema waarmee we gezamenlijk aan de slag willen. Dat vraagt ook om verbinding met het Deltaprogramma Zoetwater. Daarvoor gaan we een nieuw gezamenlijk gebiedsoverleg organiseren in het eerste halfjaar van 2025. Waar we verder op puzzelen, is hoe we bestuurders kunnen helpen met een integraal overzicht wanneer welke cruciale besluiten worden genomen, over de gebieden en opgaven heen. Dus ook de energietransitie, woningbouw en natuurontwikkeling.’
Alien: ‘De houdbaarheid van de functies is daarbij ook van belang. Met die zogenaamde houdbaarheidsdata kun je de lange termijn verbinden met de korte termijn. Dat helpt om “verbonden besluiten” te kunnen nemen, of in ieder geval besluiten die elkaar niet in de weg zitten.’
Hoe kunnen bestuurders bijdragen?
Alien: ‘Met een open blik. We spreken met elkaar af om integraal en gebiedsgericht te werken, dus dan is het tijd om dat ook echt te gaan doen! Daarbij helpt het als bestuurders ervoor openstaan om met elkaar te leren van best én worst practices.’
Pieter: ‘We hebben bestuurders nodig die verder denken dan hun ambtelijke termijn. Bestuurders die de lange termijn durven en kunnen vertalen naar concrete acties voor nu. Die geïntegreerde besluiten kunnen nemen, en die verantwoordelijkheid nemen over gebieds- en bestuursgrenzen heen.’
Andere aanpak
‘Mooi om te zien hoe beide programma’s inzetten op een andere aanpak en samenwerking,’ reageert Lilian van den Aarsen, directeur Staf Deltacommissaris en onafhankelijk voorzitter van de bijeenkomst. ‘Naast technische oplossingen kijken de buurregio’s ook naar hoe je samen besluiten neemt, en wat die keuzes voor de omgeving betekenen. Aan alle behoeftes voldoen lukt niet, maar we kunnen er wel over nadenken welke stappen we samen kunnen zetten voor oplossingen en daarbij niet wegkijken als er belangen schuren of botsen. Het goede gedoe opzoeken, zoals deltacommissaris Co Verdaas dit noemt.’