Gedeputeerde Dick van der Velde nam de gebiedssamenwerking in 2019 over van zijn voorganger. De samenwerking is gericht op het creëren van een veilig, economisch aantrekkelijk, ecologisch gezond en leefbaar gebied, als onderdeel van de Zuidwestelijke Delta. ‘Het is heel belangrijk alle gebruikers in het gebied daarin mee te nemen, het is een groot participatietraject à la de Kustvisie of Omgevingsvisie. In de Gebiedsvisie Veerse Meer hebben we afgesproken wat iedereen moet doen om de doelen te bereiken en daarvoor moet je op een aantal punten samenwerken.’
Een aantal keer per jaar spreken we elkaar in een breed overleg met alle partijen, Dan kijken we in gemeenschappelijkheid: wat gaat er goed, wat moet er beter, bereiken we de zaken die we willen bereiken?
Dynamische samenwerking
‘Een aantal keer per jaar spreken we elkaar in een breed overleg met alle partijen,’ vertelt Dick. ‘Dan kijken we in gemeenschappelijkheid: wat gaat er goed, wat moet er beter, bereiken we de zaken die we willen bereiken?’ Stella van Uffelen is regisseur van de gebiedssamenwerking. Zij stimuleert de samenwerking en is het eerste aanspreekpunt voor alle partijen. ‘Naast dit brede overleg hebben we zogenaamde gebiedstafels. In deze overleggen bespreken we de doelen voor de korte, middellange en lange termijnopgaven,’ legt Stella uit. ‘Die uitdagingen die op ons af komen veranderen steeds, hierdoor ontstaat een dynamische samenwerking.’ Als voorbeeld noemt ze een onderwerp uit de Kustvisie: de afmetingen van strandslaaphuisjes. ‘Als je wilt dat die zo ecologisch mogelijk worden, moeten die huisjes goed geïsoleerd zijn. Dat kan ertoe leiden dat ze iets groter worden dan we van tevoren gedacht hadden. Daar moet je dan tussentijds met elkaar over in overleg.’
Kwaliteit verbeteren
De gebiedsgerichte samenwerking heeft als doel de kwaliteiten van het gebied rond het Veerse Meer te borgen en te versterken, waarbij waterveiligheid, natuur, (verblijfs-)recreatie, landbouw, visserij, leefbaarheid, economie en landschap met elkaar in balans zijn. Dit moet ervoor zorgen dat het gebied ook in 2030 en ver daarna toegankelijk en aantrekkelijk blijft voor de verschillende functies en gebruikers. Stella: ‘We hebben een aantal kortere-termijndoelen voor de komende tien jaar, om de basis op orde hebben en te zorgen dat de kwaliteit op alle thema’s verbetert, maar we willen ook doorpakken richting toekomst. Dat is het mooie aan deze samenwerking: Rijkswaterstaat doet momenteel onderzoek naar de waterkwaliteit, waarbij we nu al nadenken over wat we op dit moment nodig hebben om die lange-termijnopgaven te kunnen bereiken.’
We hebben een aantal kortere-termijndoelen voor de komende tien jaar, om de basis op orde hebben en te zorgen dat de kwaliteit op alle thema’s verbetert, maar we willen ook doorpakken richting toekomst.
Speerpunt
Het onderzoek naar de waterkwaliteit is vorig jaar al van start gegaan, terwijl de Gebiedsvisie Veerse Meer nog werd afgerond. ‘Dat onderzoek is een van de speerpunten,’ benadrukt Dick. ‘De kwaliteit van het water is van invloed op het bewerken van het land en de verzilting, maar ook op het zwemmen, de recreatie en de visserij. Alle partijen met wie we om tafel zitten, hebben belang bij een goede waterkwaliteit. En over wat dan “goed” is, heeft iedereen zijn eigen ideeën. Daarom is het onderzoek van Rijkswaterstaat van belang: wat is de kwaliteit nu en wat zou die kwaliteit moeten zijn om ieders belang te kunnen dienen? En welke keuzes moet je dan maken? De eerste resultaten komen dit najaar. Daarna is nog een jaar lang onderzoek nodig om de puntjes op de i te zetten. Maar eind van dit jaar weten we in grote lijnen wat nodig is, dan hebben we een eerste analyse.’ Dick ziet dat mede door dit onderzoek de gebiedssamenwerking nu van start gaat. ‘Alle sectoren in het gebied zijn er direct bij betrokken. Die weten nu wat nodig is, weten elkaar te vinden en weten ons te vinden. Dus het onderzoek is ook een versterking van de verbinding tussen alle partijen in het gebied. Zodat iedereen snel zijn zorgen, maar ook zijn ideeën en kansen op tafel kan leggen.’
Aan de slag
De belangrijkste onderwerpen in de gebiedssamenwerking zijn, naast het onderzoek naar de waterkwaliteit – “dat staat met stip op 1” – volgens Dick de aandachts- en beschermingsgebieden. Hiermee moeten de gemeenten aan de slag, in samenspraak met de stakeholders in het gebied. ‘Daar hoort ook bij dat gemeenten en andere partijen met hun bestemmingsplannen en visies aan de slag gaan, zoals wij de Omgevingsvisie hebben opgesteld. Als de Omgevingswet inderdaad in werking treedt op 1 januari, stellen wij eind van het jaar de verordening vast waar ook een deel van de Gebiedsvisie Veerse Meer tot uiting komt. Dat zijn vooral zaken in kwalitatieve zin. Bijvoorbeeld als het gaat om recreatie: als je wil door-ontwikkelen als recreatiebedrijf aan het Veerse Meer, zorg er dan ook voor dat andere kwaliteiten, zoals natuur en water, een boost krijgen. Onze visie is: ontwikkeling kan plaatsvinden als je het integraal aanpakt. En daarmee proberen we partijen zover te krijgen dat er aandacht is en ontwikkeling plaatsvindt op alle kwaliteiten uit de Gebiedsvisie.’
Onze visie is: ontwikkeling kan plaatsvinden als je het integraal aanpakt. En daarmee proberen we partijen zover te krijgen dat er aandacht is en ontwikkeling plaatsvindt op alle kwaliteiten uit de Gebiedsvisie.
Integrale aanpak
De energie in deze gebiedsgerichte samenwerking zit volgens Dick en Stella ook juist in die integrale aanpak. ‘In het samen met alle betrokken partijen kijken naar de kwaliteit van de recreatieve voorzieningen. En daarbij merken we meer en meer dat het niet alleen gaat om de aandachts- of beschermingsgebieden, maar dat elke keer de vraag op tafel komt: wat willen we met elkaar doen en hoe past dat in wat we hebben afgesproken? De zwemmer, recreant, visser en beroepsvaart gaan allemaal merken dat die kwaliteit van het Veerse Meer verbetert. Maar dat is niet morgen. Het is lastig om daar een tijd bij te noemen, maar er wordt heel veel energie in gestoken.’
Veel van elkaar leren
Heeft de gedeputeerde als voorzitter van de gebiedsgerichte samenwerking het gevoel dat iedereen de wens heeft om die verbetering te maken? ‘Uiteindelijk is de bedoeling dat iedereen dezelfde kant op kijkt. Als je aan zo’n traject meedoet, weet je dat je met elkaar probeert om het grote beeld, de kwaliteit van het Veerse Meer met al zijn aspecten, te verbeteren. Soms zijn partijen hartstikke blij met dingen die gebeuren, soms is er wat spanning. Maar dat hoort bij dit proces. Er is nu een platform waarin die verschillende wensen bespreekbaar worden. En met een gezamenlijke visie is het makkelijker om te accepteren als iets anders wordt besloten dan jij zou willen, omdat het onderdeel is van het grote geheel. En niet alleen de participant krijgt meer begrip, maar ook wij als bestuurders. We hebben allemaal een andere achtergrond, en hebben door deze gesprekken al veel van elkaar geleerd. En zijn trots op wat we tot nog toe hebben bereikt samen.’