Platformbijeenkomst Kennisprogramma Zeespiegelstijging legt basis voor oplossingen in de Zuidwestelijke Delta
Op 14 juni organiseerden we samen met het Kennisprogramma Zeespiegelstijging de eerste platformbijeenkomst van de Zuidwestelijke Delta. Zo’n zeventig belangstellenden werden in de ochtend bijgepraat over het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en wat dit betekent voor de Zuidwestelijke Delta. In de middag gingen experts aan de slag met oplossingen om onze regio voor te bereiden op klimaatverandering en zeespiegelstijging. Al met al een hele informatieve en constructieve dag!
Paul de Beer, Manager Programma Zuidwestelijke Delta, vertelde in zijn inleiding over de ambitie van het programma: ‘De Zuidwestelijke Delta is het eerste gebied ter wereld dat heeft uitgedacht, uitgewerkt en in gang gezet wat er nodig is om in 2050 voorbereid te zijn op de gevolgen van klimaatverandering. Om die ambitie waar te maken, hebben we de afgelopen periode hard gewerkt om een sterk programmateam neer te zetten dat menskracht levert. Hiermee gaan we sprongen maken, zoals in het verzamelen van de kennis die we nodig hebben, het concretiseren van samenwerkingen en het uitwerken van inhoudelijke thema’s en gebiedsprocessen. Vandaag maken we hierin een belangrijke stap! En kijken we zelfs een stap verder: richting de 22e eeuw.’
Is die strategie nog steeds bruikbaar bij meer dan 1 meter zeespiegelstijging, kan die eventueel worden opgerekt en zo niet, wat moet er dan gebeuren om de delta veilig en leefbaar te houden?
Voorkeursstrategie
Simon Brasser, programmacoördinator Zuidwestelijke Delta, gaf een presentatie over de Integrale Kennis- en Innovatieagenda en Voorkeursstrategie Zuidwestelijke Delta. Die voorkeursstrategie omschrijft de doelen en maatregelen om de waterveiligheid, het goed ecologisch functioneren en de gebruiksfuncties van onze regio ook in de toekomst te kunnen handhaven. Is die strategie nog steeds bruikbaar bij meer dan 1 meter zeespiegelstijging, kan die eventueel worden opgerekt en zo niet, wat moet er dan gebeuren om de delta veilig en leefbaar te houden? Simon vertelde dat volop wordt gewerkt aan een Integrale Kennis- en Innovatieagenda, die helpt antwoord te geven op deze vragen. ‘In het komende half jaar krijgen we meer zicht op de invulling van die agenda, en in de fase daarna gaan we de voorkeursstrategie herijken. Het wordt spannend hoe we dat samen gaan doen, met alle nieuwe opgaven van het Rijk erin verwerkt. Maar ik heb er vertrouwen in dat we goed op weg zijn.’
Verbindingen leggen
Arno Nolte, expert zee- en kustsystemen bij Deltares, nam het stokje over, met meer uitleg over hoe de Integrale Kennis- en Innovatieagenda de Zuidwestelijke Delta raakt. Er komt veel op de regio’s af, legde hij uit: gebiedsagenda’s, kennisprogramma’s over zoet en zout water, veiligheidsnormen, uitdagingen voor landbouw en de woningbouw en nog veel meer. Een integrale kennisagenda houdt het overzicht en legt verbanden. Als regio is het daarbij belangrijk om te weten wát je wil weten en heldere doelen te stellen. ‘Om te beginnen willen we dit jaar starten met vijf concrete cases met een Zuidwestelijke Delta-vlag en daar andere projecten bij laten aansluiten. Maak concreet welke doelen je wil bereiken, welke kennis aanwezig is en waar de leemtes zitten die nog niet worden opgepakt. Het is de bedoeling eind dit jaar een kennisaanpak voor te leggen in het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta.’ Op een vraag uit de zaal wat er gebeurt met alle plannen die er nu al liggen, antwoordde Arno dat per gebied wordt bekeken welke plannen er al liggen. ‘Verbindingen tussen de verschillende plannen worden steeds duidelijker als iedereen zijn vragen aanbiedt.’
Wat zijn de waterstaatkundige effecten op waterveiligheid, zandige kust en zoet water, hoe houdbaar zijn de voorkeursstrategieën en in hoeverre zijn die op te rekken?
Waterstaatkundige effecten
Carola van Gelder, programmamanager Kust bij Rijkswaterstaat, ging dieper in op het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Aan de hand van vijf sporen onderzoekt dit programma hoe Nederland zich het beste voorbereidt op een zeespiegelstijging. Carola vertelde meer over Spoor II: de systeemverkenningen. De vragen die daarbij onder meer spelen zijn: wat zijn de waterstaatkundige effecten op waterveiligheid, zandige kust en zoet water, hoe houdbaar zijn de voorkeursstrategieën en in hoeverre zijn die op te rekken? ‘Op dit moment brengen we de waterstaatkundige effecten op het watersysteem in kaart. Volgend jaar willen we de waterveiligheidsanalyses naast de regionale deltaprogramma’s leggen, om te bekijken wat de uitkomsten betekenen voor de andere functies en programma’s in die gebieden. In 2025 werken we toe naar een gebiedsgerichte integrale benadering en een landelijk beeld.’ Het programma Zandige Kust, een vervolg op Kustgenese 2.0, dat de sedimentbehoefte van de verschillende regio’s in kaart bracht, gaat volgend jaar zijn tweede fase in, vertelt Carola. Daarin wordt gekeken naar de ruimtelijke ordening op de Noordzee. ‘Kunnen we bijvoorbeeld nog zand winnen voor zandsuppleties als overal windparken staan? De regio’s zijn onze ogen en oren. Zij zien als eerste wat de effecten van alle maatregelen zijn op de kust.’
Grote ruimtelijke opgaven
Jos van Alphen, adviseur strategie en kennis bij Staf Deltacommissaris, besprak mogelijke lange-termijnoplossingen voor de Zuidwestelijke Delta, voor het geval de zeespiegel meer dan 1 meter gaat stijgen. ‘Het lijkt ver weg en onwaarschijnlijk, maar vanwege de grote gevolgen kunnen we niet anders dan er aandacht aan te besteden. Nederland staat de komende jaren voor een aantal grote opgaven op het gebied van ruimtelijke ordening, waaronder woningbouw, het herstellen van de biodiversiteit, duurzame energie, infrastructuur en landbouw. Daar is veel geld voor nodig, deze opgaven hebben grote invloed op de toekomst en daardoor is er minder ruimte voor aanpassingen. Daarom is het belangrijk alles in kaart te brengen en erop te anticiperen. In Spoor IV van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging gaan we met de regio overleggen over alle bestaande plannen. Kunnen we bij zeewaartse bescherming nog windparken bouwen op zee? Waar bouw je straks nieuwe woningen, is landbouw nog mogelijk? Volgend jaar zomer willen we een aantal doorrekenbare lange-termijnoplossingen in beeld hebben. In 2024 maken we een tussenbalans en in 2026 hebben we dan de bouwstenen die nodig zijn voor de herijking van het Deltaprogramma.’
Dit zijn grote processen met grote gevolgen. De wetenschappelijke basis moet op orde zijn, maar net zo belangrijk is de communicatie met de samenleving die daarover volgt.
Op tijd beginnen
Aan het eind van het ochtendprogramma kwam Arno Nolte terug om meer te vertellen over de recente onderzoeksresultaten in Spoor IV van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Hij haalde kort een aantal onderzoeksvragen aan, waaronder: hoe neem je besluiten, terwijl je te maken hebt met zoveel onzekerheid in de tijd voor het overschrijden van een bepaalde zeespiegelstijging? ‘Stel je wil een dijk aanpassen. Dan heb je het denkproces, de besluitvorming, het bouwen zelf. Dat kan tientallen jaren duren. Stel dat je 40 jaar hebt voordat het water een bepaalde stijging heeft gemaakt, betekent dat dat je op tijd moet beginnen met bouwen.’ Een andere vraag is hoe je verschillende maatregelen met elkaar combineert. ‘Hoe verandert de waterstand bij afsluiten of openhouden en wat is het effect van keuzes in het waterbeheer?’ Een aanwezige in de zaal trok een parallel met de corona- en stikstofcrisis: ‘Let hierbij ook op de belanghebbenden, die soms tegengestelde belangen hebben. Probeer niet alleen vanuit technocratische oplossingen te denken en van bovenaf op te leggen.’ Daarvoor bestaat Spoor V, was het antwoord: ‘Dit zijn grote processen met grote gevolgen. De wetenschappelijke basis moet op orde zijn, maar net zo belangrijk is de communicatie met de samenleving die daarover volgt.’