Plenaire opening
Hoe kunnen we blijven innoveren en integraal, interactief en interbestuurlijk samenwerken? Deze vraag liep als een rode draad door het programma van de Oogstbijeenkomst op 13 februari, waar werd stilgestaan bij vier jaar samenwerking binnen het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP-VP) Zuidwestelijke Delta en vooruitgekeken. De bijeenkomst vond plaats bij Cosun Beet Company in Dinteloord, een inspirerende locatie om elkaar te ontmoeten, resultaten uit te wisselen en nieuwe samenwerkingen te verkennen.
Dagvoorzitter Suzan Klein Gebbink opende samen met gastheer en Cosun-directeur Paul Mesters de bijeenkomst. Cosun, een coöperatie met ruim 8.000 leden, is ontstaan uit de suikerbietenteelt en richt zich op de duurzame verwerking van de zogenaamde ABC-teelten: aardappelen, bieten en cichorei. Paul onderstreepte het belang van samenwerking tussen overheden, agrariërs en ketenpartijen in de sector.


Verbinder
Cosun fungeert als een verbinder binnen de keten en richt zich op de ontwikkeling van circulaire landbouw. Paul benadrukte dat een toekomstbestendige landbouwsector alleen mogelijk is door samenwerking. Het bedrijf zet sterk in op efficiënt grondstofgebruik en blijft continu zoeken naar manieren om reststromen optimaal te benutten. Dit gebeurt niet alleen binnen de eigen bedrijfsvoering, maar ook door actief samen te werken met ketenpartners. Deze aanpak versterkt de hele agrarische keten en draagt bij aan een duurzamere toekomst.
Boeren hebben niet alleen te maken met maatschappelijke en politieke eisen, maar zetten ook zélf innovatieve stappen met precisielandbouw, bodemverbetering en de ontwikkeling van alternatieve gewassen. Een ketenpartij als Cosun speelt hierin een belangrijke rol door kennis en technieken breed toegankelijk te maken. Dit moet uiteindelijk bijdragen aan een landbouw die efficiënter, duurzamer en toekomstbestendig is.
Daarbij ondersteunt Cosun haar leden actief in de transitie naar duurzamere landbouwpraktijken door innovaties in precisielandbouw, bodemverbetering en gewasveredeling te stimuleren. Paul stelde dat telers hierin niet alleen staan. Het bedrijf biedt kennis, faciliteiten en technologieën die bijdragen aan een toekomstbestendige agrarische sector. Door gezamenlijke initiatieven en onderzoek krijgen boeren de mogelijkheid om efficiënter om te gaan met gewasbescherming, watergebruik en bemesting. Hierdoor kunnen zij hun bedrijfsvoering verduurzamen zonder in te leveren op productiviteit en kwaliteit.


Een vruchtbare delta
Arno Vael, gedeputeerde van Provincie Zeeland en voorzitter van het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta, onderstreepte het belang van de Zuidwestelijke Delta als een vruchtbaar gebied waar landbouw, natuur en waterbeheer samenkomen. ‘Dit is een regio met oplossingen voor de opgaven die er liggen. Of het nu gaat om waterbeheer, bodemkwaliteit of biodiversiteit, hier kunnen we laten zien hoe het wél kan,’ aldus Arno. Als voorbeeld noemde hij doelsturing met de KPI-systematiek: ‘Boeren werken met de natuur en passen zich snel aan. Geef hen de ruimte om zélf te sturen, dan wordt dit hét systeem van de toekomst.’
Arne Weverling, gedeputeerde van Provincie Zuid-Holland en bestuurlijk trekker van het IBP Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta, vulde aan dat de samenwerking ondanks veranderende omstandigheden van groot belang blijft. ‘De doelen blijven overeind. We moeten de stap vooruit zetten en gebiedsgericht blijven samenwerken aan een vitaal platteland in de Zuidwestelijke Delta.’ Hij wees op de noodzaak van langetermijnvisie en praktische oplossingen die boeren ondersteunen in hun transitie naar een duurzamere bedrijfsvoering.

Oogsten en zaaien
De Oogstbijeenkomst stond in het teken van het binnenhalen van de oogst na vier jaar IBP Vitaal Platteland Zuidwestelijke Delta, maar ook zaaien voor de toekomst. Gedeputeerde Frank Rijkaart (Provincie Zuid-Holland) werd uitgenodigd op het podium om de resultaten te presenteren en vooruit te blikken. Hij benadrukte dat er in de afgelopen vier jaar veel is bereikt, maar dat het werk nog niet af is. Kennisdeling is daarvoor fundamenteel. Volgens hem moet de samenwerking tussen provincies, waterschappen, agrariërs en ketenpartijen voortgezet en verder versterkt worden. Hij onderstreepte het belang van blijven leren van wat werkt en wat niet, om daarop door te bouwen en gezamenlijk verdere stappen te zetten.
We moeten blijven leren van wat wél en niet werkt, en daarop doorbouwen.