In dit artikel vertelt Marijke Andela van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) meer over het IBP-VP. Ook lichten we een van de broedplaatsen uit die al is gestart: de broedplaats zoet water op Schouwen-Duiveland. Marijke is vanuit LNV verbinder voor het landsdeel Zuidwest, waar de Zuidwestelijke Delta onder valt. LNV heeft voor Nederland vijf landsdelen benoemd. ‘Vanuit mijn functie ben ik de linking pin tussen het Rijk en de regio en andersom en leg ik de verbinding met andere departementen zoals IenW, EZK, OCW en BZK. Ik vertaal landelijk beleid naar de regio en breng in Den Haag onder de aandacht wat er speelt in de regio.’
Grote opgaven en kansen
‘Er komen heel veel opgaven op ons af,’ licht Marijke de context van het IBP-VP toe. ‘Van klimaatverandering tot energietransitie, van circulaire economie tot natuuropgaven, van economische uitdagingen tot de duurzame inzet van land en water. Deze opgaven kunnen we ten eerste niet los van elkaar zien plus ze beïnvloeden elkaar. Ten tweede zal het in de gebieden zelf moeten gebeuren: want daar komen die opgaven samen. Als we naar de Zuidwestelijke Delta kijken, is het een enorm aantrekkelijk, gevarieerd en historisch rijk gebied. Een gebied vol unieke natuur en water en een stedenrij eromheen. Voor die steden is dit gebied heel belangrijk: voor hoogwaardig voedsel van de vruchtbare landbouwgebieden, allerlei vormen van (water)recreatie en de vitaliteit van de hele regio.’
Grensontkennend samenwerken
Marijke: ‘Om de hoeveelheid aan opgaven in de Zuidwestelijke Delta in samenhang aan te pakken ga je over bestuurlijke grenzen heen. Alles draait dus om een goede interbestuurlijke samenwerking. Maar hoe doe je dat? De ambitie binnen het IBP-VP is om grensontkennend samen te werken. Dat houdt in dat je als overheden in gesprek gaat met de regio vanuit het totale pakket aan opgaven. En je hierbij het gebied zelf voorop stelt en – bijvoorbeeld – ondernemers benadert vanuit de vraag: wat betekent deze plek voor jou? Hoe kunnen we hier uitdagingen koppelen en daar samen oplossingen voor bedenken? De ambitie is om daarmee als gezamenlijke partners veel meer kracht te maken en de kwaliteiten van en de innovatiekracht in dit gebied veel meer voor het voetlicht te brengen. Voorwaarde is dat iedereen die betrokken is als gelijkwaardige partners aan tafel zit.’
Drie broedplaatsen bundelen opgaven
‘In het Gebiedsplan voor de Zuidwestelijke Delta staan veel kansrijke projecten benoemd,’ vervolgt Marijke. ‘Ook hebben we drie broedplaatsen aangewezen: 1. Volhoudbare landbouw, 2. Zoetwater en 3. Genieten en beleven van de Delta. Deze broedplaatsen werken op regionaal niveau samen met de lokale netwerken om de initiatieven en projecten in het gebied te realiseren. Opgaven worden hierin gebundeld. Het idee is dat deze broedplaatsen via pilots ideeën en oplossingen uitproberen en onderzoeken. De kennis die we opdoen wisselen we uit tussen de pilots en met de andere IBP-VP-gebieden.’
Voor deze broedplaatsen is een goede samenwerking tussen de (overheids)partijen nodig en input van kennis/onderzoek, experimenteerruimte en/of geld. Voor de uitvoering is totaal circa € 10 miljoen beschikbaar, waarvan circa € 4,5 miljoen bijdrage vanuit het Rijk. De rest wordt door regionale partijen bijgedragen. Het programma loopt door tot 2024.
Kruisbestuiving tussen IBP-VP en Gebiedsagenda
Met het Gebiedsplan IBP-VP en de onderliggende broedplaatsen worden in de periode tot 2024 diverse concrete projecten uitgevoerd. De onderwerpen en thema’s hebben een directe relatie met de Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050. ‘Het Gebiedsplan focust zich op land en de Gebiedsagenda op het water,’ sluit Marijke af. ‘Maar ook deze thema’s kun je niet los van elkaar zien. De meerwaarde vanuit het Gebiedsoverleg is om te focussen op kansen voor kruisbestuiving voor het verdere vervolg. Die ambities zijn op 24 september ook zo uitgesproken.’
Samen aan de slag voor zoet water
De broedplaats zoet water richt zich op het vasthouden van water in de bodem, lokale maatregelen op perceelniveau en een integrale gebiedsaanpak. Met agrariërs die zich eerder hadden aangemeld, vonden in juli oriëntatiegesprekken plaats. Deze maand start een flink aantal concrete trajecten. Samen met bodem- en watercoaches van ZLTO gaan 25 agrarisch ondernemers werken aan het verbeteren van de bodem en het vasthouden van zoet water. Deskundigen van Acacia Water, KWR Water en Deltares stellen 13 quickscans op. Hierdoor ontstaat ook afhankelijk van bodemopbouw, grondsoort en waterbehoefte inzicht in de mogelijkheden voor het bergen van zoet water in de ondergrond. Bedrijven met een vergelijkbare uitgangssituatie delen in de kennis en ervaring van deze quickscans.
Eerste gebiedsaanpak van start
Met een groep bedrijven tussen Brouwershaven en Zonnemaire wordt een gebiedsaanpak ontwikkeld. Hierin werken de betrokken partijen samen aan oplossingen om het watersysteem meer robuust te maken, zodat agrariërs periodes van droogte én periodes van hevige regenval aan kunnen. Dit zou bijvoorbeeld kunnen door het scheiden van verzilte watergangen van nog zoete watergangen. Of door het opzetten van het winterpeil om de zoetwatervoorraad in de ondergrond te vergroten. Later dit jaar starten er nog twee gebiedsaanpakken.
De broedplaats zoet water is onderdeel van het Living Lab Schouwen-Duiveland. Kennis ontwikkelen en kennis delen is een speerpunt van het Living Lab. Voor de deelnemers aan de broedplaats volgt dit najaar een eerste kennisbijeenkomst. Ook wordt een Zoetwater Academie voor actieve kennisdeling opgezet en is er budget gereserveerd voor het nemen van fysieke maatregelen. Wil je op de hoogte blijven? Houd dan de website van Living Lab Schouwen-Duiveland in de gaten.
In juli 2018 hebben het Rijk (minister LNV), het IPO, de Unie van Waterschappen en de VNG afspraken gemaakt om onderwerpen in het landelijk gebied gezamenlijk op te pakken: het Interbestuurlijk Programma Vitaal Platteland (IBP-VP). Het doel: een economisch en ecologisch duurzaam en vitaal landelijk gebied. De Zuidwestelijke Delta is één van de 15 gebieden die in dit IBP-VP zijn benoemd. Het Gebiedsplan voor de Zuidwestelijke Delta is opgesteld op initiatief van de drie provincies (Zeeland, Zuid-Holland, Noord-Brabant). In samenwerking met het ministerie van LNV is dit met een bredere groep betrokken partijen (zoals gemeenten, waterschappen, regionale samenwerkingsverbanden, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen) verder uitgewerkt tot een compleet Gebiedsplan.