Zoet water is een van de drie thema’s in het Deltaprogramma. Zeven zoetwaterregio’s, waaronder de Zuidwestelijke Delta, werken aan het weerbaarder maken van Nederland tegen zoetwatertekorten. Samen met de andere regio’s maken we als Zuidwestelijke Delta nationale afspraken om te zorgen voor voldoende zoet water, nu en in de toekomst. In planperiodes van zes jaar werken de regio’s maatregelpakketten uit. De huidige planperiode loopt van 2022 tot en met 2027. De maatregelen zijn opgenomen in het zogenaamde Deltaplan Zoetwater. Het Rijk draagt vanuit het Deltafonds bij aan de realisatie van de regionale maatregelen en laat zich daarbij adviseren door het Bestuurlijk Platform Zoetwater (BPZ).

Planperiode 2022 – 2027

Voor de periode 2022 – 2027 is een maatregelenpakket vastgesteld. Diverse partijen uit het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta zijn trekker van projecten. Dit betekent ook dat zij de Specifieke Uitkeringsregeling (SPUK) aanvragen. Deze regeling ondersteunt maatregelen die de zoetwatersituatie versterken.

De maatregelen zijn onderverdeeld naar type maatregelen. Met de maatregelen wordt ingezet op:

  • het vergroten van de zelfvoorzienendheid (vooral in gebieden zonder aanvoer);
  • zuiniger (zoet)watergebruik;
  • onderzoek;
  • het realiseren van een robuust(er) regionaal watersysteem.
Kreekruginfiltratie Noordgouwe

Vergroten zelfvoorzienendheid

Proeftuin Zoet Water Zeeland
Proeftuin Zoet Water is een onderzoeksprogramma van Provincie Zeeland. Het programma richt zich op het in balans brengen of houden van behoefte aan en beschikbaarheid van zoet water in gebieden die voor hun zoetwatervoorziening volledig afhankelijk zijn van neerslag. Lopende pilots in de Proeftuin Zoet Water zijn onder andere de Waterhouderij Walcheren, Innovatieve drainage Schouwen-Duiveland, Maatwerk Sirjansland en Kreekrug Noordgouwe. Voor verschillende pilots is de SPUK-aanvraag ingediend en in uitvoering.

Perceel tuinbonen met links een geïrrigeerd deel en rechts een strook niet geïrrigeerd.

Proef uitgelicht: Maatwerk Sirjansland

De proef Maatwerk Sirjansland is onderdeel van de Proeftuin Zoet Water en startte in 2023. Ten zuiden van het dorp Sirjansland is een kreekruglocatie. De proef bestaat uit een gecontroleerde onttrekking van zoet grondwater op een locatie waar de zoetwaterbel niet de vereiste vijftien meter dikte heeft. Op twaalf meter is een storende kleilaag aanwezig. Onttrekking is hier normaal niet toegestaan. Maar omdat de toplaag een sterk infiltrerend karakter heeft, is de zoetwatervoorraad stabiel genoeg om met een maatwerkaanpak enige onttrekking toe te staan.

Het onttrokken grondwater is via een druppelsysteem op 50 cm onder het maaiveld toegediend aan een perceel tuinbonen. Dit leidde voor de betrokken boer tot een significant verschil. Monitoring van het belvolume moet duidelijk maken of dit een duurzame oplossing is. De proef duurt twee jaar.

Vitale Bodem
Provincie Noord-Brabant streeft naar een Vitale Bodem in 2030. Een vitale bodem is een bodem die vruchtbaar is, biodiversiteit huisvest, ziektes weert, water bergt en voedingsstoffen vasthoudt en gedoseerd afgeeft. Het praktijkproject BodemUP 2.0 geeft aan deze opgave uitvoering. De uitvoering is gestart met goede deelname van agrariërs, zij worden begeleid bij het nemen van maatregelen om de bodem- en waterkwaliteit en het productievermogen te verbeteren.

Zuiniger (zoet)watergebruik

Pilots hergebruik effluent
De waterschappen Brabantse Delta en Scheldestromen onderzoeken de haalbaarheid en mogelijkheden van het gebruik van effluent (gezuiverd afvalwater). Waterschap Brabantse Delta voerde voor zijn gebied een verkenning uit naar de mogelijkheden. De grootste kansen voor deze planperiode lijken aanwezig bij de rioolwaterzuiveringsinstallaties (RWZI’s) Dongemond en Halsteren.

Slimmer Regionaal Waterbeheer
De waterschappen Brabantse Delta, Scheldestromen en Hollandse Delta werken in hun eigen gebied aan maatregelen die een betere sturing en verdeling van zoet water mogelijk maken. Waterschap Brabantse Delta is gestart met de uitvoering, waterschap Hollandse Delta diende een SPUK-aanvraag in.

FRESHEM, fotograaf: André van de Straat
FRESHEM

Onderzoek

FRESHEM-NL
In 2014 en 2015 is een zoet-zoutkartering uitgevoerd van het Zeeuwse grondwater. Een deel van de provincie zal in 2026 opnieuw worden doorgemeten. Dan worden ook de Brabantse Wal en een deel van de West-Brabantse kleischil gekarteerd. Verschillende partijen uit de regio dragen financieel bij. Op dit moment spreken zij met marktpartijen over de start van het project.

 

Meten en monitoren
Voor Zeeland met name bedoeld voor het vergroten van kennis en inzicht in de zoet-zoutsituatie in het gebied. Provincie Zeeland en waterschap Scheldestromen hebben in dit kader het grondwatermodel Zeeland laten kalibreren. Waterschap Brabantse Delta werkt een voorstel uit om een beter beeld te krijgen van de inlaathoeveelheden in het peilbeheerst gebied. Met dit beeld kan efficiënter water ingelaten en gestuurd worden.

Optimalisatie zoetwatersituatie PAN-polders

Robuust(er) regionaal watersysteem

Krekenvisie West-Brabant
Waterschap Brabantse Delta ontwikkelde samen met de regionale partners een integrale visie voor de toekomst van de West-Brabantse kreken, met als doel een robuust regionaal watersysteem. De eerste maatregelen zijn al in de vorige planfase gestart. De SPUK-aanvraag voor deze planperiode is in voorbereiding.

Optimalisatie zoetwatersituatie PAN-polders
De PAN-polders (de polders Prins-Hendrik, Auvergnepolder en Nieuw-Vossemeer) zijn voor hun zoetwatervoorziening afhankelijk van het Volkerak-Zoommeer. Samen met de zoetwatergebruikers uit het gebied is de (participatieve) monitoring gestart om een zoutbeeld (in tijd en ruimte) van het oppervlaktewater te krijgen. Op basis van de uitkomsten worden maatregelen voorbereid om de zoetwatersituatie te optimaliseren.

Project uitgelicht: Water tussen Wal en Schelde

De waterschappen Brabantse Delta en Scheldestromen, provincies Noord-Brabant en Zeeland, Brabants Landschap en Evides Waterbedrijf onderzoeken in het project “Water tussen Wal en Schelde” nuttige oplossingen voor ongeveer 30 miljoen kuub per jaar ongebruikt zoet water aan de voet van de Brabantse Wal.

Het project stond in 2023 en het eerste deel van 2024 in het teken van monitoringsactiviteiten en modelonderzoek in het gebied. In het grensgebied van de waterschappen Brabantse Delta en Scheldestromen zijn veel metingen uitgevoerd om een beter beeld te krijgen van de waterkwaliteit en waterkwantiteit op deelstroomgebiedsniveau. Met deze informatie startte de projectgroep eind 2023 met een analyse van de haalbaarheid van twee resterende deelprojecten: “Afstromend water voor natuur: wateraanvoer naar Natura 2000-gebied Markiezaatsmeer” en “Afstromend water voor verbeteren waterkwaliteit en/of optimalisatie watersysteem”.

De analyse van het deelproject “Water voor natuur: wateraanvoer naar Natura 2000-gebied Markiezaatsmeer” moet uitwijzen of het mogelijk is voldoende water van voldoende kwaliteit aan te voeren tegen acceptabele kosten. Vanwege de broedplekken voor vogels in dit natuurgebied, is passend en nauwgezet peilbeheer cruciaal. Hiermee voorkom je dat ze verdrinken (bij te hoge waterstanden) en dat de vogels door andere dieren worden gedood (bij te lage waterstanden). Het afgestroomde water van de Brabantse Wal kan mogelijk in de extra wateraanvoer voorzien.

Op basis van de analyses werkt de regio toe naar een bestuurlijk voorstel voor de uitvoering van eventuele maatregelen. Naar verwachting is dit in de tweede helft van 2024. Dit voorjaar is wel al besloten dat het automatiseren van de stuw Markiezaatsmeer een altijd-goed maatregel betreft. De voorbereiding hiervoor is in volle gang en het werk wordt naar verwachting in het najaar van 2024 uitgevoerd.

‘Ik zie een mooie voortgang in met name de voorbereiding. Voor Water tussen Wal en Schelde is afgelopen jaren veel gestudeerd. Ik vind het erg belangrijk dat we dit jaar gezamenlijk durven besluiten om een deel van het afstromende water daadwerkelijk nuttig te gaan gebruiken. Water afleiden naar het Markiezaatsmeer lijkt kansrijk voor het verbeteren van de natuurwaarden op het Markiezaatsmeer. We hebben als waterschap inmiddels al een eerste stap gezet door het automatiseren van de stuw Markiezaatsmeer.’
Kees Jan de Vet Dijkgraaf Waterschap Brabantse Delta
Kees Jan de Vet