Het rapport geeft de tussenbalans van de resultaten in de eerste fase van het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. In het slechtste scenario bereiken we een zeespiegelstijging tot aan 3 meter iets na 2100, in het beste scenario wordt die stijging in 2300 nog niet gehaald. Het stijgende zeewater dringt nu al steeds meer het binnenland in. En dat zet de beschikbaarheid van zoet water onder druk.
Grote impact
Technisch kunnen we ons beschermen tegen een zeespiegelstijging tot 3 meter, maar richting de toekomst zorgt de zeespiegelstijging voor steeds meer gevolgen. Paul de Beer: ‘De Tussenbalans geeft aan dat dijken hoger en breder moeten worden om ons te blijven beschermen. Een kwart van de Zeeuwse waterkeringen moet aangepakt worden om ook in 2050 veilig te zijn. Dat heeft veel impact op de ruimte, kijk maar naar de dijkversterking in Hansweert. En dat geldt ook voor toekomstige dijkversterkingen. Wil je een dijk verhogen, dan heb je ook aan de binnenkant tientallen meters nodig om dat goed te doen. Verder benadrukt het rapport de gevolgen voor de Oosterscheldekering. Bij een toenemende zeespiegel gaat de kering steeds vaker en langer dicht en moet op termijn worden aangepast of vervangen.’
De Tussenbalans geeft aan dat dijken hoger en breder moeten worden om ons te blijven beschermen. Een kwart van de Zeeuwse waterkeringen moet aangepakt worden om ook in 2050 veilig te zijn.
Ingrijpende keuzes
‘Net zoals de KNMI-klimaatscenario’s maken de resultaten van de Tussenbalans extra duidelijk hoe ingrijpend de gevolgen zijn van de zeespiegelstijging. En dat we daarmee dus ook ingrijpende keuzes moeten maken om hier ook in de toekomst veilig en leefbaar te kunnen wonen,’ aldus Arno Vael. ‘Wat nu al volop speelt is de verzilting. Met de zeespiegelstijging dringt steeds meer zout water ons gebied binnen. Dat zorgt voor een gebrek aan zoet water, zoals in de Kop van Schouwen of in delen van Zeeuws-Vlaanderen. In de buurt van de kust zitten veel landbouw- en natuurgebieden die zoet water gebruiken. Ook winnen drinkwaterbedrijven en industrie hier zoet water. Dit zoete water willen we zo goed mogelijk beschermen, bijvoorbeeld door het beter vast te houden, zuiniger gebruik van water en door andere manieren van landgebruik.’
Verzilting speelt ook in het Volkerak-Zoommeer. ‘Deze verzilting ontstaat vooral bij de Krammersluizen, als schepen van de Oosterschelde naar het Volkerak varen. Het bestaande zoet-zoutscheidingssysteem in de sluis is verouderd, de komende jaren komt er een nieuw systeem. Maar bij een verder stijgende zeespiegel zijn er aanvullende maatregelen nodig om het Volkerak-Zoommeer zoet te houden. Bij een meter zeespiegelstijging is 50 procent meer zoet watertoevoer uit het Hollands Diep nodig.’
Net zoals de KNMI-klimaatscenario’s maken de resultaten van de Tussenbalans extra duidelijk hoe ingrijpend de gevolgen zijn van de zeespiegelstijging. En dat we daarmee dus ook ingrijpende keuzes moeten maken om hier ook in de toekomst veilig en leefbaar te kunnen wonen.
Onderzoeken van alle scenario’s
De Zuidwestelijke Delta draait als regionaal Deltaprogramma volop mee in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging. Paul de Beer: ‘We zijn via diverse trajecten aan de slag met het onderzoeken van de vier oplossingsrichtingen van het Kennisprogramma. Dat zijn: “beschermen open”, “beschermen gesloten”, “zeewaarts versterken” en “meebewegen”. Sommige scenario’s zijn extreem, zoals de aanleg van een tweede kustlijn, maar ook daar kijken we naar. We staan immers voor belangrijke keuzes om de zeespiegelstijging het hoofd te bieden. De resultaten van die onderzoeken geven richting aan die keuzes, waarbij het goed mogelijk is dat we uitkomen op een mix van oplossingsrichtingen. We werken de komende jaren met al onze partners toe naar een nieuwe Integrale Voorkeursstrategie in 2026, en alle bevindingen zullen hierin hun weerslag krijgen. De ambitie van de Zuidwestelijke Delta om in 2050 de eerste klimaatbestendige regio ter wereld te zijn blijft onze focus.’
Over het Kennisprogramma Zeespiegelstijging
De laatste kennis over Zeespiegelstijging wordt verwerkt in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging, dat in elk geval doorloopt tot en met 2026. Zo wordt er de komende jaren onderzocht wat er precies nodig is om de huidige aanpak voort te kunnen zetten en wat er organisatorisch en maatschappelijk nodig is om Nederland op de versnelde zeespiegelstijging aan te passen.
Lees hier meer over het Kennisprogramma Zeespiegelstijging en het rapport ‘Tussenbalans’.