Klimaatverandering zet door en gaat sneller
De nieuwe berekeningen van het KNMI bevestigen ons beeld dat de klimaatverandering doorzet en onze Delta voor steeds grotere uitdagingen zet. We merken, ook in Zeeland, West-Brabant en Zuid-Holland, dat de winters natter worden en de zomers droger en warmer. En ons gebied bevindt zich aan het einde van de grote rivieren, die een steeds minder constante afvoer zullen hebben. Beschikbaarheid van zoet water voor mens, plant en dier wordt hiermee steeds minder vanzelfsprekend. Ook de stijging van de zeespiegel gaat sneller. En het KNMI ziet een grotere kans dat een extreme stijging op de lange termijn realiteit wordt. In onze Delta zorgt dat sneller voor druk op de kustverdediging. Het zal lastiger worden om dat alleen met dijkverhogingen op te blijven lossen.
Welke uitdagingen zien we in onze Delta?
In de Zuidwestelijke Delta zien we tal van voorbeelden die vanuit de klimaatverandering voor grote uitdagingen zorgen. We noemen er een paar:
- Op dit moment ervaren we al problemen met de waterkwaliteit en natuur van onder andere het Volkerak-Zoommeer, het Veerse Meer en het Grevelingenmeer, als gevolg van de aanleg van de Deltawerken. Door de klimaatverandering stijgen de watertemperatuur en de waterpeilen. Het zal hierdoor steeds moeilijker worden om de waterkwaliteit en de natuur robuust te houden, laat staan te verbeteren.
- De zomers van 2021 en 2022 waren erg droog. Alle zeilen werden toen bij gezet om het leefbaar te houden in ons gebied, bijvoorbeeld door zoet water door te spoelen bij het Volkerak-Zoommeer. Als de rivieren steeds minder water afvoeren, wordt de oplossing van doorspoelen steeds lastiger.
- De Oosterscheldekering sluit normaal ongeveer 1 keer per jaar. Bij bijvoorbeeld 1 meter zeespiegelstijging en het huidige sluitregime zou de kering 80 tot 100 keer per jaar sluiten. Vaker sluiten heeft effect op het onderhoud van de kering en op de aquacultuur en de ecologie in de Oosterschelde.
Forse beslissingen en investeringen zijn nodig voor een leefbare Zuidwestelijke Delta.
Arno Vael: ‘De nieuwe scenario’s maken duidelijk dat forse beslissingen en investeringen nodig zijn om de Zuidwestelijke Delta leefbaar te houden en onze ambitie in 2050 de eerste klimaatbestendige regio ter wereld te zijn te halen. We merken al jaren dat de zomers steeds droger zijn en er steeds minder neerslag valt. En dat zet nu al de beschikbaarheid van zoet water onder druk. Zoet water dat zo hard nodig is voor ons drinkwater, de landbouw, de industrie en de natuur. Natuurlijk staat dit thema in de Zuidwestelijke Delta al volop op de agenda, maar de scenario’s laten zien dat we nog meer alles op alles moeten zetten om te zorgen voor voldoende zoet water. Dit betekent dat we ons landgebruik moeten aanpassen, het zoete water beter vasthouden en de watervraag beperken. Duidelijk is dat dit veel geld zal kosten. En duidelijk is dat een nieuw kabinet flink extra zal moeten investeren.’
We moeten alle opties voor de lange termijn heel goed onderzoeken.
Paul de Beer: ‘Het is essentieel dat alle overheden in de Zuidwestelijke Delta, zowel Rijk als regio, beseffen hoeveel groter dan voorheen de opgave voor ons mooie gebied wordt. We moeten alle opties voor de lange termijn heel goed onderzoeken. Dat doen we via onze aanpak van de “hink, de stap en de sprong”. Wat kunnen we nu al doen, in de hink tot 2030? Hoe ziet de stap eruit tot 2050? En hoe maken we de sprong naar 2100, en, onze belangrijkste opdracht als Zuidwestelijke Delta, wat betekent dat voor de keuzen van nu? Daarbij is het extra van belang geen oplossingsrichtingen uit te sluiten, omdat sommigen deze wellicht als niet haalbaar beschouwen. De vraag of we over een eeuw leven in een Delta met een compleet gesloten verbinding met zee of juist een geheel open Delta, of varianten daartussen, moeten we de komende jaren beantwoorden. Daar kunnen we geen decennia mee wachten.’
Wil je meer weten over de KNMI klimaatscenario’s? Lees meer op de website van het KNMI.