Gebiedsconferentie Zuidwestelijke Delta op 6 juli
Op donderdag 6 juli stond theater De Kring in Roosendaal volledig in het teken van de gebiedsconferentie Zuidwestelijke Delta. Zo’n 175 betrokkenen kwamen bij elkaar om bijgepraat te worden en mee te denken over de ontwikkelingen binnen de Zuidwestelijke Delta. Naast het interactieve plenaire programma gingen de deelnemers in gesprek met vijf lokale initiatieven en dachten ze mee tijdens de workshopronde.
Dagvoorzitter Kjell Lutz vroeg Paul de Beer, Manager Programma Zuidwestelijke Delta, wat deze gebiedsconferentie anders maakt dan de voorgaande edities. ‘Omdat we nu de slag willen maken van de processen naar de inhoud. Daarom staan vandaag vijf lokale initiatieven centraal en zijn de workshops gericht op de inhoud.’ Paul legde daarmee een link naar de “hink-stap-sprong”, waarmee we in verschillende periodes werken aan de ambitie om van de Zuidwestelijke Delta in 2050 de eerste klimaatbestendige delta ter wereld te maken. ‘We proberen aan te sluiten bij de samenleving en de problemen die mensen nu ondervinden. Dat is de hinkfase, de korte termijn. Aan de andere kant hebben we ook te maken met de lange termijn, die in het Deltaprogramma wordt beschreven. Die proberen we met elkaar te verbinden, om nu slimme keuzes voor de toekomst maken.’
Waterkwaliteit
Als concreet voorbeeld noemt Paul de waterkwaliteit. ‘Volgens de laatste herijking van het Deltaprogramma in 2020 lijkt Nederland wat betreft waterveiligheid wel goed te zitten. Maar de waterkwaliteit in de Zuidwestelijke Delta is een stuk minder. We proberen op de korte termijn de waterkwaliteit in het Volkerak-Zoommeer te verbeteren, maar bij 1 meter zeespiegelstijging krijgt het Volkerak-Zoommeer heel andere problemen. Met ingrepen als het aanplanten van zeegras kom je op de korte termijn een heel eind, maar voor de lange termijn is een bredere visie noodzakelijk.’
Ik zie veel energie, een goed proces en veel onderdelen die worden opgepakt, maar als ik kijk naar de snelheid van verdroging of de beschikbaarheid van zoet water moeten we in de verdere uitwerking nog stappen zetten.
Samenbrengen
Ook Kees Jan de Vet, dijkgraaf van waterschap Brabantse Delta, voelt de urgentie om verbinding te maken tussen korte en lange termijn. ‘Ik zie veel energie, een goed proces en veel onderdelen die worden opgepakt, maar als ik kijk naar de snelheid van verdroging of de beschikbaarheid van zoet water moeten we in de verdere uitwerking nog stappen zetten. Straks hebben we nieuwe besturen in provincies en waterschappen en ik zou willen bepleiten dat die alle puzzelstukjes samenbrengen in een uitgewerkt plan voor 2050.’ En dat geldt volgens Kees Jan ook voor de Zuidwestelijke Delta zelf. ‘Binnen de Zuidwestelijke Delta hebben we veel verschillende gebiedsuitwerkingen, maar uiteindelijk moeten die strategisch samenkomen in een visie op 2050.’
Steentje bijdragen
De gemeente Roosendaal is sinds kort aangesloten bij de Zuidwestelijke Delta, vertelt wethouder Klaar Koenraad. ‘Wij willen als gemeente ook een steentje bijdragen, al zitten we niet midden in de Zuidwestelijke Delta. We waren al wel lid van de Water- en klimaatkring West, dus was het logisch dat we ook deel gingen uitmaken van de Zuidwestelijk Delta. Al ligt onze gemeente aan de rand van het gebied, wij denken veel na over het vasthouden van zoet water, onder meer samen met de Brabantse Wal en het Kasteel van Wouw in verschillende projecten. Precies een thema dat past bij de Zuidwestelijke Delta.’
Hier speelt een heel bijzondere problematiek, vanwege de zeespiegelstijging, bodemdaling en de staat van de natuur. Business as usual is niet meer houdbaar.
Gedragsverandering
Bas Roels, coördinator van het team Nederland bij het Wereld Natuur Fonds, vertelt dat de Zuidwestelijke Delta sinds een jaar of twaalf extra aandacht krijgt van het WNF. ‘Hier speelt een heel bijzondere problematiek, vanwege de zeespiegelstijging, bodemdaling en de staat van de natuur. Business as usual is niet meer houdbaar. Alle processen die worden opgezet, waaronder het Deltaprogramma, moeten ook echt leiden tot een gedragsverandering en daar zijn nog veel stappen voor nodig. Dus doen we als WNF zelf onderzoek, nodigen experts uit om mee te denken over oplossingen en geven we de politiek instrumenten om ook die stappen te zetten. Helaas zien we nog weerstand tegen verandering en nog te veel vooruitkijken op een manier die we al kennen. En daar maken we ons zorgen over.’
Blik op Zeeland
Gert van Kralingen, dagelijks bestuurder van waterschap Scheldestromen, legt binnen de Zuidwestelijke Delta extra focus op Zeeland. ‘Uitstekend dat we in de driehoek samenwerken, maar ik zou de beleving en het leven in het Zeeuwse extra benadrukken en de plaatselijke gevoelens goed laten meewegen. Als je land wil gebruiken voor slimme oplossingen, zie ik daarvoor geen politiek draagvlak in Zeeland. Daarnaast is een goede samenwerking nodig tussen natuur en agrarische sector. We moeten van die tegenstelling af, anders komen we niet vooruit.’