‘Het afgelopen jaar is een aantal projecten in het kader van het HWBP echt zichtbaar geworden voor de buitenwacht,’ vertelt Erik. ‘In totaal moeten we 1.500 kilometer aan primaire keringen versterken en daar is weer een paar kilometer van afgevinkt. Het machientje begint te draaien, al is het nog niet zo snel als we wilden. De uitdaging is nu: hoe komen we op het productieniveau waarop we hadden ingezet?’
En wat zie jij als grote uitdaging, Philipp?
Philipp: ‘We leven in een spannende tijd. We komen meer op stoom met de versterkingsopgave, maar de uitdagingen zijn in zoveel meer dimensies te zien. We moeten anticiperen op zeespiegelstijging en grote maatschappelijke opgaven en heel veel ontwikkelingen. Het gaat om veilige ruimte creëren voor mensen, wonen, werken en recreatie en kwaliteit bouwen voor de toekomst.’
Erik, hoe zie jij dat: meer thema’s koppelen aan dijkversterking?
Erik: ‘Dat juich ik van harte toe. De inzet van het HWBP is om met die projecten zoveel mogelijk maatschappelijke kansen te benutten, om gebieden mooier en beter te maken. Dijkversterking is niet los te zien van het landschap: dijken zijn de drager van het landschap. We moeten ons goed verstaan met wat er in een gebied speelt, welke ruimtelijke ambities je aan het project kunt verbinden. Dat stelt ook eisen aan hoe je dat organiseert en dat is ook de reden dat we aanvankelijk dachten dat het sneller kon. Dit soort projecten maakt veel los in de regio en het is een hele kunst om er een goed afgebakend project van te maken. Bij projecten waar dat echt goed gaat, is al aan het begin helder met elkaar gedefinieerd: wat is dit voor landschap, wat koesteren we hiervan, welke kwaliteit willen we bewaren? Dijkversterking en ruimtelijke kwaliteit gaan juist goed hand in hand en dat leidt tot fraaie gebiedsprojecten. In negen van de tien gevallen laten we het gebied mooier achter dan dat we het aantroffen.’
Heb je daar voorbeelden van?
Erik: ‘Bij de Grebbedijk langs de Nederrijn hebben veel partijen, tot en met de sportverenigingen, samengewerkt aan de gebiedsvisie. Ook in Limburg is vanuit een landschapsvisie gewerkt aan een aantal kleinere projecten, met respect voor bestaande kwaliteit. Dat is daar heel belangrijk, omdat dit soort projecten in Limburg meer ingrijpt dan in typische dijklandschappen.’
Philipp: ‘Wat voor mij heel dichtbij ligt, is het proces rondom de dijkversterking in Hansweert. Wat ik daar zo mooi vind, is dat je bij de inwonersbijeenkomsten echt voelt hoe het valt. Je kan mooie plannen hebben, maar het moet wel passen. Je moet recht doen aan de mensen die achter de dijk wonen. Er zijn heel veel gezamenlijke belangen en elementen die we overal kunnen benutten. Maar er zijn ook elementen die ontstaan in een creatief gezamenlijk proces en die zijn langs de rivieren toch weer anders dan langs de kust. Daar moeten we ons bewust van zijn.’
Welke rol speelt het HWBP op het gebied van kennisdeling?
Erik: ‘Vanaf de start van het HWBP hebben we gezegd: hier moeten we een kennisprogramma van maken. We moeten productie draaien, maar ook leren, beter worden. Dat heeft meerdere achtergronden. Allereerst is de impact van dijkversterking groot in een verstedelijkte omgeving als Nederland. Een dijk versterken in een volgebouwde omgeving is bijna een chirurgische operatie. Dat vraagt om innovatie, creativiteit, kennisprogramma’s. Via ons Innovatieprogramma investeren we jaarlijks 10 miljoen in innovaties. Daarnaast is inmiddels ook de nieuwe normering van toepassing. We moeten leren in de praktijk met die nieuwe regels om te gaan. Ook daarvoor is het belangrijk dat je elkaar spreekt en ziet en ervaringen deelt.’
Philipp: ‘Dat zie ik ook. Maar, als klein puntje van kritiek: het voelt soms alsof we het beste eruit halen, binnen de kaders die we onszelf hebben gesteld. Wat ik soms mis is het lef om te dromen, grenzen te verleggen. Ik zou wel wat innovatie willen toepassen op onze zelfopgelegde kaders.’
Erik: ‘Dat onderschrijf ik volledig. Maatschappelijke ontwikkelingen vragen daar ook om. Het HWBP is primair een dijkversterkingsoperatie, maar we moeten verder kijken, om te zorgen dat de versterkingen die we nu doen, ook klaar zijn om een volgende stap te zetten. Misschien moet je veel conceptueler gaan denken. In het Innovatieprogramma denken we bijvoorbeeld na over waterveiligheidslandschappen, een ruimtelijke visie op veiligheid. Hoe kun je meer elementen in een landschap benutten om de veiligheid van een gebied te vergroten? Dan komen ook andersoortige maatregelen in beeld.’
Philipp: ‘Ik ben blij dat te horen. Ook binnen het Kennisprogramma van de Zuidwestelijke Delta kan meer dynamiek ontstaan. Onze dijken zijn de beste die we ons kunnen wensen, zeker tot 2050. Die gaan we stap voor stap beter maken. Maar we hebben strijd over elke vierkante meter in Nederland. Woningbouw en de energietransitie hebben ook ruimte nodig. Aan de andere kant hebben we onszelf een heel harde grens gegeven met Natura 2000. Als je de kennis van 2021 toepast, kun je ook natuur ontwikkelen vóór de dijk. Maar als de wet zo star is dat je geen millimeter naar buiten kan, kun je die ruimte niet opzoeken. We moeten meer nadenken hoe we die grenzen kunnen verleggen.’
Erik: ‘Dat zijn mooie concrete voorbeelden, waarbij je breder naar een gebied kijkt en je niet te veel laat beperken door strenge grenzen in vigerende plannen. Durf wild te denken en heilige huisjes te laten vallen. Maar ik heb het al vaker gezegd: waterveiligheid is soms een wat traditionele wereld, waarin zekerheid met bewezen technieken het denken domineert. Dat vergt een cultuuromslag. Maar het is onvermijdelijk, want de opgave blijft en wordt alleen maar groter en complexer.’
Dat is een mooi bruggetje naar de scenario’s van het KNMI, dat al een doorkijkje heeft gemaakt naar 2100. Hoe kijken jullie daarnaar, de lange versus de middellange termijn?
Erik: ‘Het klimaatsignaal is stevig, maar in lijn met de IPCC-rapporten en de scope van het HWBP, waarin we rekening houden met zeespiegelstijging. De prognoses onderstrepen nog eens de noodzaak om de aanpasbaarheid in de toekomst in de gaten te houden. Een dijkversterking doe je liever niet elke tien jaar opnieuw. Dus moet je bij elk project kijken: hoe zien de lange-termijnscenario’s op deze plek eruit en welke eisen stellen die aan het ontwerp? Misschien moet je nu al wat robuuster te werk gaan. En daarnaast moeten we blijven denken over verdergaande concepten in het Kennisprogramma Zeespiegelstijging van het Deltaprogramma.’
Philipp: ‘Ik schrik niet van het signaal, we kennen het perspectief van de zeespiegelstijging. Maar we weten ook: de zee is niet plat, er komt nog een golfslag bovenop. Er zit veel energie in het systeem. Kunnen we dan nog met een conventionele dijk toe? Of moeten we breder denken, in waterkerende landschappen? Zeespiegelstijging kun je niet tegenhouden met kunstmatige eilandjes of riffen voor de kust, maar daarmee kan je wel de golfslag opvangen en de effecten kleiner maken.’
Welke oproepen willen jullie doen naar elkaar en naar andere betrokkenen?
Erik: ‘Ik zou een pleidooi willen houden voor meer investeren in kennisprogramma’s. En een oproep om dingen concreet te maken: wat voor innovaties zijn hier denkbaar, kunnen we ook anticiperen op versterkingen in de toekomst en wat betekent dat voor ons plan? Dat vraag ik ook aan beheerders: zorg dat je je verrijkt met die inzichten en denk na wat die betekenen voor jouw gebied.’
Philipp: ‘En besef waar je mee bezig bent. De uitdaging is groter dan jijzelf of je organisatie. Soms moet je makkelijke kortetermijnwinsten uitstellen om een robuust, toekomstbestendig landschap te maken. Aan andere kant: het vereist vele kleine stappen om dat toekomstbeeld te bereiken. We hebben heel veel ideeën nodig om tot de oplossing te komen en we moeten die allemaal op tafel leggen. Laten we het proces verrijken en de kennis en ervaring van iedereen meenemen.’
Wil je meer weten over het HWBP? Bekijk dan de website. Op de projectenkaart zie je welke dijkversterkingsprojecten de waterschappen en Rijkswaterstaat uitvoeren. Lees meer over dijkversterking Hansweert via de website van waterschap Scheldestromen.