Op de werkconferentie werd ook het boek “De Nieuwe Delta” van Bianca de Vlieger officieel uitgereikt door Han Meyer, hoogleraar aan de TU Delft, aan deltacommissaris Wim Kuijken en de voorzitter van het Gebiedsoverleg Ben de Reu. In het boek staan vijf essays, die de leidraad vormden voor de workshops. Verschillende essayschrijvers gaven inleidingen.

Zijn we goed bezig? Denken in ecosysteemdiensten helpt! Of niet?

Een van de workshops ging over ecosysteemdiensten. Een ecosysteemdienst is een dienst die een ecosysteem (een bepaalde leefomgeving) aan mensen levert. De meeste deelnemers vonden het denken in ecosysteemdiensten de moeite waard omdat ze je bewust maken van wat de omgeving je biedt. Er zijn drie typen:

  • Productiediensten. Voorbeelden hiervan zijn het leveren van voedsel (groenten, vis), hout of zoet water.
  • Regulerende (en ondersteunende) diensten, zoals het zuiveren van verontreinigd water, de bestuiving van landbouwgewassen door bijen en insecten en het vastleggen van CO2 door vegetatie en algen.
  • Culturele diensten, zoals spirituele en esthetische waarden van ecosystemen, educatie, toerisme.

Biodiversiteit ligt ten grondslag aan het vermogen om ecosysteemdiensten te kunnen leveren. Het is dus behulpzaam om voor beslissingen over (duurzame) ontwikkeling van gebieden inzicht te hebben in de ecosysteemdiensten en wat ervoor nodig is deze te handhaven.

Wat vond de zaal?

  • Driekwart vindt dat het zin heeft om met ecosysteemdiensten aan de slag te gaan
  • Meer dan 80% vindt culturele en morele waarden van ecosysteemdiensten minstens zo belangrijk als economische waarden.

Hoe investeren we slim in een toekomstbestendige uitvoering?

In de workshop schetste Han Meyer de uitdagingen om tot een integrale uitvoering van projecten te komen. Zijn oplossing is terug te grijpen om de alomvattende planologische planfiguren, die de Rijksoverheid tot in het nabije verleden hanteerde. Het is volgens hem aan het Gebiedsoverleg om met zo’n omgevingsplan het roer in handen te nemen om te komen tot een integraal kader, waar vervolgens de uitvoeringsplannen in worden gepast. Een gezamenlijke en gedeelde integrale voorkeurstrategie moet de basis zijn voor dat omgevingsplan. Dit wil overigens niet zeggen dat maatregelen binnen de Zuidwestelijke Delta altijd integraal moeten worden ontworpen en uitgevoerd. Randvoorwaarde voor de afzonderlijke maatregelen moet zijn dat ze passen binnen de integrale strategie. Juist het zoeken naar integrale projecten kan de voortgang ook belemmeren. Verder werd benadrukt dat als het Gebiedsoverleg een omgevingsplan omarmt, dit alleen succesvol kan zijn als het volledig samen met de regio wordt ontwikkeld. Ook is het nodig lef te tonen door het maken van heldere keuzes. Deze mogen volgens de deelnemers best ver gaan. Ga in een specifiek gebied bijvoorbeeld primair voor recreatie en toerisme en baseer toekomstige keuzes daarop.

 

Wat vond de zaal?

  • Driekwart vindt dat een omgevingsvisie voor de Zuidwestelijke Delta is gewenst als een Rijksstructuurvisie niet voldoet.
  • De helft vindt dat het Gebiedsoverleg het enige orgaan is voor het ontwikkelen en uitvoeren van een omgevingsvisie.
Werkconferentie Zuidwestelijke Delta

Hoe organiseren we samenwerking en slagkracht in de Zuidwestelijke Delta?

Jandirk Hoekstra nam de deelnemers mee over wat ruimte voor het water kan betekenen in de Zuidwestelijke Delta. Hij hield een pleidooi voor verbinden, verzachten en dynamiek als tussenstappen op weg naar de keuze waar Nederland rond 2050 voor komt te staan: een geheel open of geheel gesloten Delta. In de discussie die volgde bespraken de deelnemers het verband met samenwerking en slagkracht in de regio. Hoe gaan we om met tussenstappen in combinatie met het toekomstbeeld? En heeft dat invloed op de samenwerking in Zuidwestelijke Delta? Neem als voorbeeld Grevelingen en Volkerak-Zoommeer. De tussenstappen zijn groot en kosten veel geld, en kennen op dit moment op landelijk niveau onvoldoende prioriteit op basis van de aanpak voor waterkwaliteit. En de voordelen voor andere beleidsterreinen zijn op dit moment onvoldoende doorslaggevend. Geconcludeerd werd dat het voor alle stakeholders duidelijk moet zijn dat we met een stapsgewijs proces te maken hebben, op weg naar een keuzemoment over een toekomstbeeld dat nog niet vastligt. En dat het belangrijk is, in afwachting van grotere stappen zoals Grevelingen en Volkerak-Zoommeer, te blijven werken aan kleinere projecten en experimenten. Op die manier versterken we het vertrouwen. En dat is essentieel voor de slagkracht van de samenwerking in Zuidwestelijke Delta.

Wat vond de zaal?

  • Ruim 90% vindt niet dat als we het eens zijn over het toekomstbeeld, we het ook eens zijn over de stappen om er te komen.
  • Ook bijna 90% vindt dat je altijd kan experimenteren met kleinere projecten als de grote nog niet doorgaan.
  • Tips voor het vergroten van de regionale slagkracht: samenwerken, over je grens heen kijken, vertrouwen, lef om besluiten te nemen, geld.

Draagt adaptief programmeren bij aan een duurzame toekomst?

Het essay van Gigi van Rhee was de leidraad voor een gesprek over de waarden waarop de ingrepen in de Zuidwestelijke Delta beoordeeld worden. Het blijkt dat we gewend zijn om met verschillende maatstaven te oordelen over hoe goed het gaat. Gigi gaf een historisch overzicht van de manier waarop beoordelingen zijn uitgevoerd bij besluitvorming vanaf de Ramp in 1953. In de workshop is doorgepraat over de systematiek van het brede welvaartsbegrip en ecosysteemdiensten. Een nieuwe manier om te kijken naar de ingrepen die je van plan bent om te doen. Daarbij maak je een brede balans op van wat er nu aan financieel, natuurlijk en menselijk kapitaal is en wat de gevolgen van je ingreep zijn, om er dan vervolgens over te kunnen oordelen. Je kan dan onderzoeken of het totaal aan kapitaal in stand blijft, verbetert of verslechtert. Zo’n brede balans naar modern inzicht is voor de Zuidwestelijke Delta niet opgemaakt. De deelnemers concludeerden dat deze manier van denken zeker de moeite waard is verder te verkennen. De kennis om de ecosysteemdiensten in de huidige situatie en na ingrepen te kwantificeren is nog beperkt, maar de Zuidwestelijke Delta biedt veel kansen om dat te onderzoeken.

 

Wat vond de zaal?

  • Op de vraag of het natuurlijk, menselijk en financieel kapitaal in stand moet blijven antwoordt de helft dat dat juist moet groeien en een derde dat het herverdeeld mag worden.
  • De helft vindt dat de regio mag verdienen aan het herstel van estuariene dynamiek en de andere helft Nederland.

Hoe benutten we de kracht van de Zuidwestelijke Delta-community?

De deelnemers van de workshop dachten met elkaar na over hoe we de participatie van gemeenten en maatschappelijke organisaties in het programma Zuidwestelijke Delta kunnen verbeteren. Daarbij werd onder andere stilgestaan bij de rol van de Adviesgroep. De deelnemers achtten het essentieel om als gemeenten en maatschappelijke organisaties te blijven participeren. Ook ondanks het feit dat besluitvorming voor verschillende cruciale projecten zoals Grevelingen en Volkerak-Zoommeer achterwege blijft. Er blijft voldoende agenda om met elkaar samen te blijven werken in de Delta. Doorzettingsvermogen is nodig om resultaten te bereiken. Daarbij zijn er ook kansen om de belangen van partijen op lokaal niveau meer met elkaar te verbinden. De Adviesgroep zal de uitkomsten van de workshop verwerken in het plan van aanpak dat zij op dit moment ontwikkelt om de participatie (met de achterban en naar het gebiedsoverleg) verder te optimaliseren. Dit plan van aanpak legt de Adviesgroep voor aan het Gebiedsoverleg.

 

Wat vond de zaal?

  • De samenwerking krijgt een 6,8.
  • 80% vindt dat de kracht van de Zuidwestelijke Delta-community eerder is afgenomen dan toegenomen.
  • Tips om alle partijen optimaal betrokken te houden: vertrouwen, perspectief op uitvoering, successen delen, elkaars belangen blijven zien, gedragen visie.
Ben de Reu

‘Samenwerken staat centraal in de Zuidwestelijke Delta’

Ben de Reu: ‘Op de werkconferentie kreeg ik van verschillende deelnemers signalen dat er behoefte is aan meer en intensievere samenwerking binnen de Zuidwestelijke Delta. Daarom doe ik bij deze een oproep aan alle betrokkenen van overheden, bedrijfsleven, landbouw, recreatie, natuur en ondernemers die nauw verbonden zijn met de deltawateren. Blijf elkaar opzoeken en deel kennis en ervaringen uit. Samenwerking staat centraal voor het laten slagen van de plannen. Daarnaast blijft het agenderen op landelijk niveau een punt van aandacht. De plannen rondom de Zuidwestelijke Delta krijgen meer kracht als we samen de verbinding blijven leggen met belangrijke maatschappelijke onderwerpen zoals de energietransitie, en de koppeling met waterkwaliteit, voldoende beschikbaarheid van zoet water en natuurontwikkelingen. Er ligt nog veel werk.

We blijven op de pedalen voor een veilig, economisch aantrekkelijk en ecologisch vitaal deltagebied met voldoende zoetwater, nu en in de toekomst.’