Vanuit welke functies ben je aan de slag?
‘Bij Radboud Universiteit ben ik hoogleraar Sustainable Water Management. Daarnaast ben ik lector Circular Economy and Water Resources Management en leading lector Delta Areas and Resources bij Van Hall Larenstein. Verder ben ik voorzitter van het Lectoren Platform Water. De informatie en inzichten die uit deze netwerken voortkomen breng ik in bij Delta Platform waarvan ik lid ben. Daar kijken we hoe we deze informatie samen met overheden en andere kennisinstellingen kunnen omzetten in concrete acties en onderzoeksprojecten.’
Op welke manier ben je betrokken bij Delta Platform?
‘Vanuit alle netwerken werken we aan hetzelfde thema: door klimaatverandering staat de delta onder druk. Het is een enorme uitdaging om ook in de toekomst veiligheid te waarborgen en voldoende zoetwater beschikbaar te hebben. Juist voor die complexe watergerelateerde gebiedsopgaven is samenwerking belangrijk. We moeten stevige consortia bouwen en de beschikbare middelen bundelen. Dat proberen we te bereiken in Living Labs. Delta Platform faciliteert dit proces door de laatste inzichten en innovaties te delen en in het onderwijs te verankeren.’
Hoe werkt zo’n Living Lab?
‘In een Living Lab werken overheden, maatschappelijke partijen en het onderwijs samen. Er is een leidende rol weggelegd voor het hbo. Lectoren zetten hun kennis en ervaring in voor onderzoek en innovatie binnen het onderwijs en de beroepspraktijk. Zo’n Living Lab is geen project met kop en staart en er is geen hiërarchie. Het uitgangspunt is dat we willen handelen conform de drie principes van de circulaire economie. In deze context willen we samen met publieke en private partijen innovaties ontwikkelen en toepassen waar een gezond verdienmodel onder ligt. Eigenlijk is een Living Lab een dynamische omgeving waar het menselijk en natuurlijk kapitaal beter wordt benut om de complexe (watergerelateerde) gebiedsopgaven op een duurzame manier op te lossen. In Nederland zijn we met het Delta- en Lectorenplatform bezig met zo’n zes regionale Living Labs.’
Wat ligt de focus op in de regio Zuidwestelijke Delta?
‘Alle regio’s hebben verschillende problemen die elk om een eigen oplossing vragen. Binnen de Zuidwestelijke Delta willen we naar een duurzaam veilig, economisch aantrekkelijk en gezond gebied met voldoende zoetwater. Daar is aandacht voor kweek van zeevis op land, productie van zouttolerante gewassen en kustverdediging met levende natuur, bijvoorbeeld oesterdammen. Naast de landschappelijke diversiteit van elke regio speelt ook cultuur een rol. De samenleving in de Randstad zit nu eenmaal anders in elkaar dan die in de Zuidwestelijke Delta. Daar houden we rekening mee. Bovendien ligt de regie in de regio zelf. Zo is elk Living Lab regionaal maatwerk.’
In de Zuidwestelijke Delta hebben we Living Lab Schouwen-Duiveland. Waarom nog een Living Lab erbij?
‘Living Lab Schouwen-Duiveland is een mooi voorbeeld van hoe een Living Lab werkt. Daarbij mogen we niet uit het oog verliezen dat het eiland onderdeel uitmaakt van de Zuidwestelijke Delta, een groter schaalniveau. De Gebiedsagenda Zuidwestelijke Delta 2050 geeft houvast bij het opdelen in regio’s. In de Zuidwestelijke Delta gebeuren al veel goede dingen. Alle ingrediënten zijn aanwezig. We zoeken nu naar verbinding en stroomlijning van de initiatieven zodat we het menselijk en natuurlijk kapitaal in de regio beter kunnen benutten.’
De Gebiedsagenda onderscheidt zes deelgebieden:
- Kust & Voordelta
- Haringvliet & Hollandsch Diep
- Grevelingenmeer
- Volkerak-Zoommeer
- Oosterschelde & Veerse Meer
- Westerschelde & Kanaal Gent-Terneuzen
Wat voor lessen trek je uit de andere Living Labs voor de Zuidwestelijke Delta?
‘Het is natuurlijk prima als de regionale overheid in een later stadium instapt. Een Living Lab is er immers voor een goede balans tussen bottum-up en top-down. Maar we merken in een aantal gevallen dat deze overheidspartijen terugvallen in hun natuurlijke rol van machthebber. En dat daarmee de oorspronkelijk spelregels van een Living Lab, om vanuit gelijkwaardigheid samen te werken, niet meer worden nageleefd. De deelnemers van het Living Lab die in het begin heel actief waren gaan dan in de “parkeerstand” staan. En dat is natuurlijk eeuwig zonde.’
Hoe krijg je mensen zo ver dat ze instappen?
‘Als partijen zien dat je samen beter in staat bent om middelen en kennis te bundelen en transities echt op weg te gaan helpen met nieuwe verdienmodellen, stappen ze in. In de beginfase van elk Living Lab is het dus noodzaak om eerst een klein groepje “early adopters” om je heen te verzamelen. Tijdens en na de online inspiratiesessie Zuidwestelijke Delta merkte ik al veel enthousiasme. Op de vraag of deelnemers mee zouden willen denken over de ontwikkeling van een Living Lab in de Zuidwestelijke Delta antwoordde 71% “ja” en 20% “misschien”. Ook hebben verschillende mensen naderhand aangegeven dat ze graag mee willen denken. Dat vind ik natuurlijk een fantastisch resultaat. Het laat zien hoe belangrijk iedereen cocreatie vindt.’
Het Gebiedsoverleg Zuidwestelijke Delta neemt de komende maanden haar werkwijze onder de loep. Plan is dit najaar in beeld te brengen welke werkwijze de komende jaren goed past bij alle uitdagingen, zowel binnen het programma Zuidwestelijke Delta als geheel als het concrete traject van de Gebiedsagenda. De ideeën voor een overkoepelend Living Lab Zuidwestelijke Delta of Living Labs per deelgebied, met een faciliterende rol vanuit het Delta Platform, worden daarbij onderzocht.
Benieuwd naar de presentatie van Toine over Living Labs? Bekijk hem via deze link.